This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Topotoets
world-geography-games.com
Slide 2 - Slide
Demografie
Demografie = verandering in omvang en samenstelling van de bevolking
Geboorte- en sterftecijfers
Immigratie en emigratie
Bevolkingsgroei of -afname
Kenmerken van de bevolking (leeftijd, geslacht, opleiding, etc.)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Welk schaalniveau is deze kaart?
A
Lokaal schaalniveau
B
Regionaal schaalniveau
C
Nationaal schaalniveau
D
Continentaal schaalniveau
Slide 5 - Quiz
Waar zal dit kaartje over gaan?
A
Bevolkingsgroei
B
Immigratie
C
Emigratie
D
Sterftecijfer
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Bevolkingsdiagrammen
Slide 8 - Slide
Demografische druk
Groene & Grijze druk
Slide 9 - Slide
Groene & Grijze druk
Een deel van de bevolking werkt...
En betaalt belasting.
Een ander deel van de bevolking werkt niet...
En kost geld: Onderwijs (jonge mensen) en zorg (oude mensen).
Als er weinig mensen kunnen werken omdat ze te jong of te oud zijn: Dat kost de overheid veel geld!
Demografische druk: verhouding economisch productieve en niet-productieve deel van de bevolking.
Slide 10 - Slide
Werkende deel van de bevolking
De bevolking tussen de 20-65 jaar werkt (gemiddeld genomen)
In de diagram rood gearceerd
Hoe groter dit deel...
...hoe meer mensen werken...
...hoe meer mensen belasting betalen...
...en hoe meer geld het land verdient
Slide 11 - Slide
Groene druk
Er is een deel van de bevolking dat jonger is dan 20 jaar.
Zij krijgen onderwijs...
...en werken nauwelijks.
Deze groep kost geld...
...en levert niets op...
...en moet dus niet te groot zijn
Berekening groene druk :
Mensen jonger dan 20
----------------------------- X 100 =........%
Mensen tussen 20-65
Slide 12 - Slide
Grijze druk
Er is een deel van de bevolking dat ouder is dan 65 jaar.
Zij krijgen zorg en pensioen...
...en werken nauwelijks.
Deze groep kost geld...
...en levert niets op...
...en moet dus niet te groot zijn
Berekening grijze druk:
Mensen ouder dan 65
----------------------------- X 100 =........%
Mensen tussen 20-65
Slide 13 - Slide
Is bij deze bevolkingsopbouw sprake van een hoge groene druk of ene hoge grijze druk?
A
Hoge groene druk
B
Hoge grijze druk
C
Geen van beide
D
Daarvoor heb ik meer informatie nodig
Slide 14 - Quiz
Is bij deze bevolkingsopbouw sprake van een hoge groene druk of ene hoge grijze druk?
A
Hoge groene druk
B
Hoge grijze druk
C
Geen van beide
D
Daarvoor heb ik meer informatie nodig
Slide 15 - Quiz
Inwoneraantal Nigeria: 200 mensen. Verdeling 0-20: 75 miljoen 20-65: 120 miljoen 65+: 5 miljoen Bereken de demografische druk. Dan groene en grijze druk.
Slide 16 - Open question
DEMOGRAFISCH TRANSITIEMODEL
Geef van elke fase aan: Groene en grijze druk: hoog/laag