This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Hoofdstuk 1:
§1.2 deel 2
Slide 1 - Slide
Lesplanning
Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole
Mededelingen:
Uitleg deel 2 §1.2 ‘Jong en oud’
Maak van §1.2 ‘Jong en oud’ vraag 5 t/m 7
Lesdoelencheck
Vooruitblik op de volgende les
Slide 2 - Slide
Lesdoelen van deze les
Wat is het verschil tussen groene en grijze druk?
Hoe bereken je de groene en grijze druk?
Welke gevolgen heeft een hoge grijze en een hoge groene druk?
Welk voordeel heeft een groot werkend deel van de bevolking?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Demografische druk
Groen druk
Een deel van de bevolking werkt...
En betaalt belasting.
Grijs druk
Een ander deel van de bevolking werkt niet...
En kost geld: Onderwijs (jonge mensen) en zorg (oude mensen).
Als er weinig mensen kunnen werken omdat ze te jong of te oud zijn: dat kost de overheid veel geld!
Slide 5 - Slide
Werkende deel van de bevolking
De bevolking tussen de 20-65 jaar werkt (gemiddeld genomen)
In de diagram rood gearceerd
Hoe groter dit deel
...hoe meer mensen werken
...hoe meer mensen belasting betalen
en hoe meer geld het land verdient
Slide 6 - Slide
Groene druk
Er is een deel van de bevolking dat jonger is dan 20 jaar.
Zij krijgen onderwijs
...en werken nauwelijks.
Deze groep kost dus geld:
...en levert niets op
...en moet dus niet te groot zijn
Berekening:
Mensen jonger dan 20
----------------------------- X 100 =........%
Mensen tussen 20-65
Slide 7 - Slide
Grijze druk
Er is een deel van de bevolking dat ouder is dan 65 jaar.
Zij krijgen zorg en pensioen
...en werken nauwelijks.
Deze groep kost geld:
...en levert niets op
...en moet dus niet te groot zijn
Berekening:
Mensen ouder dan 65
----------------------------- X 100 =........%
Mensen tussen 20-65
Slide 8 - Slide
In 1980 was de totale bevolking in Nederland 14.091.014. Er waren 8.043.905 mensen tussen 20 en 65 en 1.615.324 mensen ouder dan 65. Wat was de groene en grijze druk?
Slide 9 - Open question
In 2019 was de totale bevolking in Nederland 17.282.163. Er waren 3.791.838 mensen jonger dan 20 en 3.314.004 mensen ouder dan 65. Wat was de groene en grijze druk?
Slide 10 - Open question
Is bij deze bevolkingsopbouw sprake van een hoge groene druk of ene hoge grijze druk?
A
Hoge groene druk
B
Hoge grijze druk
Slide 11 - Quiz
Is bij deze bevolkingsopbouw sprake van een hoge groene druk of ene hoge grijze druk?
A
Hoge groene druk
B
Hoge grijze druk
Slide 12 - Quiz
Aan het werk
Wat: Maak van §1.2 ‘Jong en oud’ vraag 5 t/m 7
Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!
Hulp: je tekstboek (Lees goed!)
buurman/buurvrouw naast je
de Bosatlas
Klaar: kijk na!
Tijd: 5 min voor de bel
Slide 13 - Slide
Wat is het verschil tussen groene en grijze druk?
Slide 14 - Open question
Hoe bereken je de groene en grijze druk?
Slide 15 - Open question
Welk nadeel heeft een hoge grijze Welke gevolgen heeft een hoge grijze en een hoge groene druk?
Slide 16 - Open question
Welk voordeel heeft een groot werkend deel van de bevolking?