This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
vragende voornaamwoorden
Slide 1 - Slide
Today ...
Vandaag gaan we een ander soort voornaamwoorden bespreken, namelijk de vragende voornaamwoorden.
Doel: aan het eind van de les kun je de juiste vragende voornaamwoorden gebruiken om iets te vragen in het Engels.
Slide 2 - Slide
Wat is een voorbeeld van een vragend voornaamwoord?
A
me
B
why
C
are
D
I
Slide 3 - Quiz
Uitleg ...
Een vragend voornaamwoord verwijst naar een persoon of een ding en 'vraagt' daar iets over.
Bijvoorbeeld:
Waarom is hij altijd te laat op school?
Wanneer is het schoolfeest?
Slide 4 - Slide
Uitleg ...
In het Engels worden vragende voornaamwoorden ook wel:
"WH-question words" genoemd.
De meeste beginnen namelijk met een WH en 1 keer met een H!
Slide 5 - Slide
Uitleg ...
wie who
wat what
waar where
wanneer when
waarom why
welk(e) which
hoe how
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Uitleg ...
"What" : bij keuzes met veel mogelijkheden Bijvoorbeeld: What drink do you like the most?
"Which" : bij keuzes met maar een paar mogelijkheden Bijvoorbeeld: Which drink do you like the most, Fanta or Sprite?
Slide 8 - Slide
timer
2:00
why
who
how
where
What
Slide 9 - Drag question
Slide 10 - Slide
____ are you doing today?
A
why
B
where
C
who
D
how
Slide 11 - Quiz
____ colour do you like better: green or blue?
A
which
B
what
C
how
D
where
Slide 12 - Quiz
____ did you put my bag? I can't find it!
A
why
B
how
C
where
D
what
Slide 13 - Quiz
Your turn!
Voor deze opdracht maak je groepjes van 2 à 3, en krijg je een dobbelsteen. Eén iemand begint en rolt de dobbelsteen, dan stelt hij/zij een (zelfverzonnen) vraag met het woord wat bij de gegooide worp hoort. Degene aan wie de vraag gesteld is, is nu aan de beurt.
who 4. which
where 5. what
when 6. why
timer
10:00
Slide 14 - Slide
Ik kan nu het juiste vragende voornaamwoord gebruiken in een vraag.