Persoonsvorm verleden tijd zwake ww (par. 8)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg je boek alvast op tafel

Terugblik vorige les

Hoe zat het ook alweer?

__ (koken) je broer vanavond?

Hij __ (fietsen) hard weg

Zij __ (geloven) mij niet

Mijn vader __ (werken) vandaag thuis

Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

 - Wat is een zwak werkwoord?

- Wat is een sterk werkwoord?

Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

 - Wat is een zwak werkwoord?

Hierbij verandert de PV in de VT niet van klank (barst, barstte)

- Wat is een sterk werkwoord?

Hierbij verandert de PV in de VT wel van klank (kijken, keken)

Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

Hoe schrijf je de PV van zwakke werkwoorden in de VT?

-> Enkelvoud: ik-vorm tt + de of te: leerde, raadde, juichte;

-> Meervoud: ik-vorm tt + den of ten: leerden, raadden, juichten.

Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

Om te bepalen of het -te(n) of -de(n) moet zijn, gebruik je:

't (e)x f(o)ksch(aa)p, je gebruikt alleen de medeklinkers.

Kijk naar de laatste letter van het infinitief -en.  Zit deze wel in de zeven medeklinkers? Dan gebruik je -te(n). In alle andere gevallen gebruik je -de(n). 

Samen oefenen

De honden __ (blaffen)

De fotograaf __ (vergroten) de foto

De schoonmaakster __ (poetsen) alle tafels

De kinderen __ (verknallen) de toets

Het vliegtuig __ (landen)

Mevrouw Pit __ (schreeuwen) hard over het lesplein 

Meneer Veneberg ___ (gooien) veel tarwesmoothies naar binnen dit weekend

Zelf oefenen

Maak opdracht 1, 2 en 4.

Klaar? Maak opdracht 7 ook

Niet af = huiswerk.