Thema 4: BS 4, spieren

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Telefoon in de telefoontas/rugzak

Ga op je plek zitten

De tafels staan in toetsopstelling

Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 31

Planning

• Terugblik BS 3
• Leerdoelen
• Uitleg BS 4
• Oefenen met BS 4
• Huiswerk
• Toetsinzage
• Afsluiting

Terugblik

Wat voor gewricht is dit?

1. Kogelgewricht
2. Rolgewricht
3. Scharniergewricht
4. Geen van allen

Een gewricht

1. maakt het altijd mogelijk dat een draaibeweging mogelijk is
2. is hetzelfde als een bot
3. is stevig door een kraakbeenlaagje
4. zorgt ervoor dat botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen

Basisstof 4: Spieren

Leerdoelen

- Je kunt de werking van spieren beschrijven.

- Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste               spierbewegingen

Spieren

Spieren zitten vast aan botten. 

Alle spieren samen 

= het spierstelsel

Pezen

Spieren zijn met pezen verbonden aan het bot. 

       De aanhechtingsplaats

Beweging

Ontstaat door aanspanning of ontspanning van de spier.

Antagonisten

Om een bot te bewegen zijn twee soorten spieren nodig:

- een buigspier

- een strekspier

Is de biceps een strekspier of een buigspier? Waarom? 

Antagonisten

Deze spieren vormen een antagonistisch paar.

Ze hebben een tegengestelde werking.

Andere spierbewegingen

Spieren in organen = orgaanspieren -> bewegingen gebeuren niet bewust.

Horen deze spieren bij het spierstelsel?

• Nee

Zijn er nog vragen?

Oefenen met de leerdoelen!

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....

1. korter en dikker
2. langer en dunner
3. korter en dunner
4. langer en dikker

De spier die het been laat buigen is de ....

De spier die het been weer strekt is de ....

Achterste dijspier

Voorste dijspier

Wat zijn antagonisten?

1. Spieren die een buigende beweging maken.
2. Spieren die een strekkende beweging maken.
3. Spieren die ervoor zorgen dat de strekkende spier kan ontspannen.
4. Spieren waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft.

Huiswerk

Maak van 4.4 opdracht 1 t/m 8 (blz. 32)

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Nakijken, Test jezelf/flascards, biologiepagina,

Basisstof lezen.