1. Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
2. Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Waar dienen voedingstoffen voor?
brandstof
reserve stof
bouwstof
beschermende stof
Slide 6 - Slide
Waar dienen de voedingstoffen voornamelijk voor?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Water
Water heeft vier functies in het lichaam:
Het regelt de temperatuur in je lichaam.
Je hebt water nodig als bouwstof om cellen in je lichaam te maken.
Water lost veel voedingsstoffen, afvalstoffen en gassen op.
Het water vervoert deze stoffen door het lichaam (via de bloedvaten).
Slide 11 - Slide
Je kunt niet lang maximaal 3 - 7
zonder water! dagen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
, D en K
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
essentiële en niet-essentiële
essentiele voedingsstoffen zijn onmisbaar (kan je lichaam niet zelf maken)
niet-essentiële voedingstoffen kan je lichaam wel zelf maken.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Aan de slag!
Wat?
Wat heb je gisterenavond/ vanochtend gegeten? Ga op onderzoek uit naar de voedingsstoffen in dit eten en noteer verder in welke verhoudingen de voedingsstoffen in het eten zitten. Volgende les gaan we onderzoeken wat gezond is en hoe je de maaltijd gezonder kan maken.