Quiz communicatie Gedragsverandering, assertiviteit en identiteit

• Marketing & Communicatie
• MBO
• Studiejaar 1

Quiz communicatie Gedragsverandering, assertiviteit en identiteit

Je karaktereigenschappen zijn aangeboren

1. Ja en ze kunnen niet veranderen
2. Nee, deze ontwikkel je pas tijdens de adolescentie
3. Nee
4. Ja, maar ook opvoeding heeft hier invloed op

Welk kenmerk horen niet bij een introvert persoon

1. De introverte persoon is graag alleen. Hij kan zichzelf prima vermaken en haalt zijn energie uit zichzelf
2. Hij werkt graag zelfstandig en mijdt het liefst groepsopdrachten
3. Hij neemt snel besluiten.
4. Hij denkt na voor hij iets zegt.

Wat is de omschrijving van 'jouw identiteit'

1. Identiteit is hoe je jezelf ervaart en hoe je in het leven staat
2. Identiteit is jouw karaktereigenschappen
3. Identiteit is jouw persoonlijkheidstrekken
4. Jouw identiteit zijn jouw persoonlijkheidstrekken

Wanneer is er sprake van een 'ideaalbeeld'

1. Jouw zelfbeeld is positief
2. Jouw zelfbeeld is negatief
3. Je hebt geen zelfbeeld
4. Het beeld wat een ander van jou heeft.

Wat zijn waarden?

1. Gedragsregels
2. Richtlijnen die je vertellen hoe je met elkaar omgaat
3. Omschrijving van jouw identiteit
4. Waarden zijn gemeenschappelijke opvattingen van een groep mensen

Welke factor heeft geen invloed op de ontwikkeling van je persoonlijkheid

1. Aanleg
2. Leeftijd
3. Omstandigheden
4. Zelfbepaling

Wat is een kenmerk van assertief reageren?

1. eerst afwachten wat anderen vinden
2. de eigen mening net zo belangrijk vinden als die van anderen
3. met stemverheffing spreken, een beschuldigende toon, schreeuwen.
4. conflicten uit de weg gaan

Wat kan je inzetten om je grenzen aan te geven?

1. Gebruik de ik-boodschap als je je grenzen aangeeft
2. Maak gebruik van de mogelijkheden die je werkgever biedt
3. Neem je gevoelens serieus en handel ernaar.
4. Bespreek het gedrag met iemand die je vertrouwt

Welke aspecten zijn bepalend voor het slagen van gedragsverandering

1. de motivatie voor gedragsverandering
2. De slaapplek van de cliënt
3. Hoe oud de cliënt is
4. de omgeving

Wat is geen uitgangspunt voor gedragsverandering

1. Heeft de cliënt in het verleden soortgelijk gedrag vertoont?
2. Is de cliënt fysiek en psychisch in staat om de gedragsverandering door te voeren?
3. Heeft de cliënt een steunende omgeving?
4. Heeft de cliënt voldoende vaardigheden om het nieuwe gedrag in te zetten