Lucas II 4-20: De geboorte van Jezus 2

1 / 26
next
Slide 1: Slide
GrieksSecundair onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Nodig
Bladen 
Lucas II 4-20 Geboorte van Jezus

Slide 2 - Slide

Oranje scherm
= woorduitleg en vertaling

Slide 3 - Slide

Blauw-groen scherm
= opdracht

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Duid de juiste vertaling van ἐγένετο aan.
A
worden
B
geboren worden/ontstaan
C
(aan)komen
D
geschieden

Slide 6 - Quiz

Hoe zijn de participia αἰνούντων en λεγόντων hier gebruikt?
A
Gezegde van losse genitief
B
Als BVB
C
Gezegde van a.+p.
D
Zelfstandig

Slide 7 - Quiz

En plotseling
kwam met de engel
een massa van
hemelse heerscharen
die de heer prezen
en zeiden:
'Eer aan God 
in den hoge
en vrede op aarde
aan de mensen
van goede wil.' 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

ὡς ἀπῆλθον ἀπ᾽ αὐτῶν εἰς τὸν οὐρανὸν οἱ ἄγγελοι:
Hoe vertaal je ὡς?
A
Dat
B
Toen/wanneer
C
Omdat/aangezien
D
Opdat

Slide 10 - Quiz

Διέλθωμεν en ἴδωμεν:
verklaar de wijs (conjunctief).

Slide 11 - Open question

Hoe is het participium γεγονὸς hier gebruikt?
A
Gezegde van losse genitief
B
Als BVB
C
Gezegde van a.+p.
D
Zelfstandig

Slide 12 - Quiz

En het geschiedde,
wanneer de engelen
weg van hen naar de
hemel waren gegaan,
dat de herders
tot elkaar zeiden:
'Laten we naar
Bethlehem gaan en
dat woord zien dat
gebeurd is
wat de heer aan ons 
heeft bekend gemaakt.' 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Sleep het participium naar de overeenkomstige afbeelding
κείμενον
ἰδόντες

Slide 15 - Drag question

Duid de juiste vorm, wijs en tijd van λαληθέντος aan.
A
A. part. aorist
B
A. part. perfectum
C
P. part. aorist
D
P. part. perfectum

Slide 16 - Quiz

En ze haastten zich 
en vonden Maria en Jozef en de baby, liggend in de voederbak;
toen zij het gezien hadden, maakten ze bekend over het woord dat hun over dat kindje gezegd was. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hoe reageerden πάντες οἱ ἀκούσαντες op de woorden van de herders?
A
Ze luisterden ernaar
B
Ze waren verbaasd
C
Ze bewonderden hen
D
Ze praatten met hen

Slide 19 - Quiz

En allen die het gehoord hadden, 
verbaasden zich over wat aan hen door de herders gezegd was;
Maria bewaarde al
die woorden,
ze overwegend in
haar hart. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

δοξάζοντες καὶ αἰνοῦντες τὸν θεὸν
Welke stijlfiguur is dit?

Slide 22 - Open question

Woorduitleg
  • οἷς (= ἅ)
    soms neemt het betrekkelijk voornaamwoord de naamval over van zijn antecedent

Slide 23 - Slide

καθὼς ἐλαλήθη πρὸς αὐτούς
Duid de juiste vertaling aan.
A
Zoals hij hun gezegd had
B
Zoals zij hun gezegd hadden
C
Zoals hun gezegd was
D
Zoals hij voor hen verborgen hield

Slide 24 - Quiz

En de herders keerden terug,
God lovend en prijzend over
alles wat ze gehoord
en gezien hadden,
zoals aan hen gezegd was. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide