Vwo: bespreken opdr. 6 (blz. 74)
- Wat is de bijzin (noteer het eerste en laatste woord)?
- Wat voor bijzin is het? ondzin - gezzin - lvzin- mvzin - vzvzin - bwbzin
1 Ik baal ervan dat hij mij steeds voor gek zet.
2 Selma hoorde gisteren dat haar oma in het ziekenhuis ligt.
3 De voetballer kreeg een boete, omdat hij te laat gekomen was op de training.
7 Aan wie een tien haalt voor de toets, geeft de docent iets lekkers.
10 Waarom hebben ze mij niet gevraagd wat ik ervan vind?