3 h/v B Talent lezen 5.3 (1) en literaire begrippen 16 mei 2024

e
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

e

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Periodeplanner
Boek kiezen en  lezen
Uitleg poëziewedstrijd
Talent 5.3 Lezen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat leer je?
• wat een samenvatting is
• welke vier soorten samenvattingsopdrachten je op het eindexamen tegen kunt komen
• een aanpak om meerkeuzevragen te beantwoorden
• een tekst op verschillende manier samenvatten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de kenmerken van een samenvatting?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Talent 5.3 -> Lezen
Maak oefening 1

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Tekststructuur
Om de hoofdzaken te vinden, kun je de structuur (opbouw) van de tekst gebruiken. 
Dit geldt vooral voor teksten met een vaste tekststructuur:      een tekst waarin de volgorde van de deelonderwerpen van tevoren al vastligt.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

verklaringsstructuur

• Welk verschijnsel wordt behandeld?
Voorbeeld: het stranden van walvissen voor de kust van Australië
• Wat zijn redenen/oorzaken/verklaringen?
• Welke verklaring is het belangrijkst/waarschijnlijkst?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

voor- en nadelenstructuur

• Wat wordt beoordeeld?
Voorbeeld: Het verplicht dragen van schooluniform op school
• Wat zijn de voordelen hiervan? Wat zijn de nadelen?
• Wat is de conclusie?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

probleem-oplossingsstructuur

• Wat is het probleem?
Voorbeeld: ik heb niet genoeg opslag op mijn laptop
• Wat zijn de oorzaken? Wat zijn de gevolgen?
• Welke oplossing(en) noemt de tekst?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Talent 5.3 -> Lezen
Maak oefening 2
Maak oefening 4-5-6-7

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Literaire begrippen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welkom 10V1
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel.

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

In de krant vertelt iemand over een kinderboerderij...

"De dieren die we hebben, zijn gewend om met mensen om te gaan. Maar ze krijgen als ze dat willen ook een stukje grond, waarin zij kunnen zaaien of plantjes poten."
(De zakengids Buren)

Wie krijgt er nou precies een stukje grond?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

programma
  • zelfstandig lezen (10 min)
  • zinnen in het wild (2 min)
  • woordpost (5 min)
  • literaire begrippen in een vogelvlucht (5 min)
  • aan de slag (20 min)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

lesdoel
  • je hebt kennisgemaakt met literaire begrippen 
  • je weet meer van het begrip: tijd en ruimte



klassencode Lesson up: lgmmd (nog maar 17 lln in Lesson up)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

literaire termen, wat weet jij van
tijd en ruimte?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

literaire begrippen: tijd
Wanneer speelt het verhaal zich af? 
Historische tijd = in welke tijd het verhaal speelt, bijv. in het heden, in WO II of in de middeleeuwen. 


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

literaire begrippen: tijd
Spelen met elementen van tijd in een verhaal:

flashback; je wordt mee teruggenomen in het verleden 
flashforward; blik in de toekomst

De chronologie kan hierdoor doorbroken worden.



Slide 18 - Slide

This item has no instructions

literaire begrippen: tijd
vooruitwijzing = verwijzen naar de dingen die nog gaan komen
terugverwijzing = terugverwijzen naar dingen die al hebben plaatsgevonden

Deze verwijzingen kunnen binnen een chronologische vertelwijze voorkomen.



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

literaire begrippen: tijd
verteltijd; hoe lang heb je nodig om een verhaal/gebeurtenis te vertellen of te lezen. Uit te drukken in aantal bladzijden of uren.

vertelde tijd; de duur van het verhaal of de gebeurtenis (gebeurtenis duurt jaren, verteld in een paar bladzijden)




Slide 20 - Slide

This item has no instructions

hulpmiddel:
Het maken van een tijdslijn
kan helpen om de fabel te begrijpen (te reconstrueren).


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

literaire begrippen: tijd
tijdversnelling (of tijdverdichting): iets wat jaren duurt, wordt in een paar zinnen verteld. Vertelde tijd > verteltijd

tijdvertraging : de lezer krijgt een uitgebreide beschrijving van een gebeurtenis, die slechts in een paar minuten gebeurt. 
Vertelde tijd < verteltijd.

.





Slide 22 - Slide

beide kunnen iets doen met spanning in/van het verhaal. Auteur wil dat je details weet...
literaire begrippen: tijd

equivalentie: scene, dialogen, zoals je naar een film kijkt. verteltijd = vertelde tijd




Slide 23 - Slide

vooruitwijzing
terugwijzing
literaire begrippen: ruimte
Waar speelt het verhaal zich af? 
Is deze ruimte belangrijk voor het verhaal?
geografische ruimte: omgeving van het verhaal; waar speelt het zich af
sfeerscheppende ruimte: een beschrijving van de ruimte om een bepaalde sfeer te creëren. (bijv: bos, 's avonds, het is donker en het stormt...)



Slide 24 - Slide

This item has no instructions

literaire begrippen: ruimte
Sociale ruimte: personages maken deel uit van een sociale  groep door hun afkomst, beroep, hobby en/of opleiding

Symbolische ruimte: de ruimte staat voor gevoelens van het personage of de situatie waarin hij/zij zich bevindt.



Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

filmpjes
uitleg literaire begrippen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

lesdoel

Wat neem jij mee van deze les?  
(figuurlijk taalgebruik)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Bedankt en tot de volgende les

Slide 31 - Slide

This item has no instructions