2.2 gedicht

2.2 gedicht
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.2 gedicht

Slide 1 - Slide

Lees in je leesboek
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Doelen
Na deze paragraaf weet je:
- wat een enjambement is;
- waarom een dichter enjambement gebruikt.

Slide 3 - Slide

Wat heb je eerder geleerd over gedichten? 

Slide 4 - Slide

Wat is eindrijm?

Slide 5 - Open question

Schrijf een strofe met het rijmschema ABAB

Slide 6 - Open question

Enjambement
Als is een gedicht een zin doorloopt naar de volgende versregel noemen we dat enjambement
De lezer moet niet of nauwelijks pauzeren aan het eind van de regel, maar juist doorlezen. 

Een dichter maakt gebruik van een enjambement om:
- te zorgen dat een gedicht minder saai wordt; 
- het laatste woord van een versregel extra belangrijk te maken.


Slide 7 - Slide

Gedicht
In dit gedicht
is geen woord
te veel

Neem je er iets af
dan is het
niet meer heel

K. Schippers

Slide 8 - Slide

Is een zin in een gedicht hetzelfde als een versregel?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Lees het gedicht van K. Schippers. Uit hoeveel zinnen bestaat het gedicht?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Hoeveel enjambementen komen in het gedicht voor?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

Wat is het effect van enjambementen?

Slide 12 - Open question

Aan de slag!

Werk in tweetallen.
maak in je schrift:
opdracht 3-4-5-6, blz. 83-84

Slide 13 - Slide

Ik begrijp wat een enjambement is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll