periode 1 M3

periode 1 
mavo 3
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

periode 1 
mavo 3

Slide 1 - Slide

toetsing
+ een so spelling in week 5
+ een so taalverrijking in week 7

Slide 2 - Slide

so spelling
een so'tje in week 5 over de onderdelen ww-spelling, gebruik van hoofdletters, punten en komma's, trema en koppelteken, tussenletter(s) in samenstellingen

Slide 3 - Slide

doel 1
Leerlingen gebruiken de regels voor het spellen van ww in de tt, vt en vd.

Slide 4 - Slide

Wat weten we al van werkwoorden?

Slide 5 - Open question

uitleg
Een werkwoord is een doe-woord. 
Je hebt verschillende vormen: persoonsvorm, heel werkwoord en een voltooid deelwoord.

Slide 6 - Slide

Vorm een zin met in elk geval 1 werkwoord.

Slide 7 - Open question

Vorm een zin met in elk geval 2 werkwoorden.

Slide 8 - Open question

oefenen
Noteer de juiste spelling van de werkwoorden in de tegenwoordige tijd. 
Wissel uit/overleg met je buurman/buurvrouw. 

Slide 9 - Slide

bespreken
gezamenlijk bespreken van de antwoorden
hoeveel antwoorden had je goed?

Slide 10 - Slide

uitleg 
verleden tijd
't kofschip
-t/-d/-tt/-dd?

Slide 11 - Slide

oefenen
Zet de tien werkwoorden in de verleden tijd (wachten - wachtten). 
Overleg met je buurman/buurvrouw.

Slide 12 - Slide

Heb je nog vragen over de tegenwoordige tijd (tt) of verleden tijd (vt)?

Slide 13 - Open question

doel 2
Leerlingen gebruiken de juiste regels voor het gebruik van hoofdletters en interpunctie.

Slide 14 - Slide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 15 - Mind map

Wanneer gebruik je een komma?

Slide 16 - Mind map

oefenen
In de volgende tekst zijn de hoofdletters, punten, komma's en vraagtekens vergeten. Zet jij ze op de juiste plek?

Slide 17 - Slide

Stel, je krijgt een toets over dit onderdeel. Hoeveel % zou je goed hebben?
10%
50%
75%
100%

Slide 18 - Poll

doel 3
Leerlingen voeren op de juiste manier de plaatsing van trema en koppelteken uit.

Slide 19 - Slide

doel 4
Leerlingen kunnen benoemen wanneer een woord een samenstelling is en gebruiken de regels voor het spellen ervan.

Slide 20 - Slide

so taalverrijking
een so'tje in week 7 over de onderdelen voor- en achtervoegsel, betekenis woorden, stijlfouten me/mij/mijn/m’n/
jou/jouw/jij/als/dan/zij/hun/
hen/die/dat/wat/met wie/waardoor/door wie/waardoor/op wie/waarop/dat/wat
Vaktaal, homograaf/homoniem/
homofoon

Slide 21 - Slide

doel 1
Leerlingen herkennen en afleiding en benoemen de betekenis van het voor- of achtervoegsel en leggen de betekenis van het woord uit.

Slide 22 - Slide

doel 2
Leerlingen herkennen stijlfouten en wijzen de juiste spelling aan. 

Slide 23 - Slide

doel 3
Leerlingen herkennen vaktaal en leggen de betekenis uit.

Slide 24 - Slide

doel 4
Leerlingen herkennen homofonen, homografen en homoniemen en leggen de juiste betekenis uit (begrijpen).

Slide 25 - Slide