Uitleg is handig om zometeen verder te kunnen gaan met het oefenexamen
Slide 2 - Slide
Wat moet je weten voordat er een vrachtwagen met artikelen komt?
Je weet hoeveel leveringen je kunt verwachten
Je weet of er genoeg mensen zijn om te helpen
Je weet of de juiste transportmiddelen klaar staan
Slide 3 - Slide
Wie weet wat retourgoederen zijn?
Slide 4 - Slide
Retourgoederen
Retourgoederen zijn goederen die verkeerd zijn bezorgd of niet aan de eisen van de winkelier voldoen. [kapot of kwaliteit niet goed]
Slide 5 - Slide
Weet iemand wat emballage is?
Slide 6 - Slide
Emballage
Emballage is verpakkingsmateriaal waar statiegeld op zit. Bijvoorbeeld pallets, rolcontainers, kledingrekken of bakken waar planten in hebben gezeten.
Slide 7 - Slide
Hulpmiddelen
De chauffeur heeft vaak eigen hulpmiddelen bij zich om de goederen te lossen.
Weet iemand welke 9 hulpmiddelen er zijn?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Wat is een vrachtbrief?
Slide 12 - Slide
Vrachtbrief
Op vrachtbrief staat: Adres van de winkelier en de leverancier Wie het vervoer moet betalen [vrachtkosten] Aantal geleverde colli
Slide 13 - Slide
Wie weet wat een colli is?
Slide 14 - Slide
Colli
Colli zijn aantal dozen of andere verpakkingseenheden waarin de artikelen worden vervoerd. [1 collo en meerdere colli]
Slide 15 - Slide
Wat is kwantitatieve controle?
Slide 16 - Slide
Kwantitatieve controle
Kwantiteit is een ander woord voor hoeveelheid of aantal
Deze controle doe je aan de hand van de vrachtbrief
Slide 17 - Slide
Wat is dan de kwalitatieve controle?
Slide 18 - Slide
Kwalitatieve controle
Na het sorteren is het tijd voor de kwalitatieve controle
Hiervoor gebruik je de pakbon in plaats van de vrachtbrief
Je kijkt hierbij naar de kwaliteit van de goederen, de staat van de goederen. Je kijkt of de goederen beschadigd zijn en of het de juiste goederen zijn.
Slide 19 - Slide
Wat is derving?
Slide 20 - Slide
Derving
Derving is verlies dat ontstaat als artikelen kapotgaan, bederven, worden gestolen of op een andere manier zoekraken
Slide 21 - Slide
Wat zijn opslagmethodes?
Weet iemand welke 4 manieren er zijn om goederen op te slaan?
Slide 22 - Slide
De 4 opslagmethodes
Op de vloer
Op een vlonder of pallet
In een stelling
In een koel- of vriescel
Slide 23 - Slide
Wat zijn seizoenartikelen?
Slide 24 - Slide
Seizoensartikelen
Seizoenartikelen verkoop je in een bepaald seizoen meer dan in een ander seizoen [korte broeken of slippers]
Slide 25 - Slide
Wat zijn fast movers?
Slide 26 - Slide
Fast mover
Een fast mover [snelloper] is een artikel dat snel wordt verkocht.
Zullen deze artikelen dan vooraan of achteraan in het magazijn staan?
Slide 27 - Slide
Wat zijn slowmovers?
Slide 28 - Slide
Slow mover
Een artikel dat niet zo snel wordt verkocht, heet een slow mover [langzaamloper]
Zullen deze artikelen dan vooraan of achteraan in het magazijn staan?
Slide 29 - Slide
Omverpakking
Artikelen komen binnen in een verpakking. Meerdere artikelen zijn bij elkaar in een verpakking gestopt. Een verpakking om een aantal kleine artikelen heet een omverpakking > kartonnen doos om de blikjes cola
Slide 30 - Slide
Consumentenverpakking
De verpakking waarin de consument [klant] een artikel koopt heet de consumentenverpakking. Deze verpakking maakt het artikel voor de klant herkenbaar en aantrekkelijk.
Slide 31 - Slide
Pictogram
Een pictogram is een afbeelding of symbool. De pictogrammen op een verpakking geven aanwijzingen hoe je moet omgaan met dit artikel. [Dit heet ook wel een etiket.
Slide 32 - Slide
Behandelingsetiketten
Een behandelingsetiket geeft aan hoe je de goederen bij het vervoer en de opslag moet behandelen.
Wat betekenen deze behandelingsetiketten?
Slide 33 - Slide
Wat is een gevarenetiket?
Slide 34 - Slide
Gevarenetiket
Een gevaren etiket waarschuwt je voor gevaren. Sommige goederen bevatten stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid van de mens. Deze goederen zijn verplicht voorzien van een gevaren etiket.
Slide 35 - Slide
Weet iemand waar je op moet letten als je artikelen gaat tillen?