Derde leerjaar Kader/basis oefeningen over recepten

In deze les worden verschillende verhaalsommen behandeld over recepten
Neem een rekenschrift voor je en doe actief mee.
Leg ook je rekenmachine klaar.
Begrijp je een vraag niet? Ik leg eerst uit hoe je het moet doen en vervolgens is de volgende som met andere getallen.
Kom je er niet uit, vul dan bijvoorbeeld een ? in en klik op uitleg.
Lees goed hoe je deze som had kunnen uitrekenen en controleer je antwoord 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

In deze les worden verschillende verhaalsommen behandeld over recepten
Neem een rekenschrift voor je en doe actief mee.
Leg ook je rekenmachine klaar.
Begrijp je een vraag niet? Ik leg eerst uit hoe je het moet doen en vervolgens is de volgende som met andere getallen.
Kom je er niet uit, vul dan bijvoorbeeld een ? in en klik op uitleg.
Lees goed hoe je deze som had kunnen uitrekenen en controleer je antwoord 

Slide 1 - Slide

 
Je hebt  3/8 liter melk nodig per persoon. Je maakt het recept voor 9 mensen. In een pak melk zit 0,5 liter. 
 
Je hebt . . . . . . . . . . . . . . . . pakken melk nodig. 

Deze vraag mag op je rekenmachine.
3/8 is een breuk en dus een deelsom.
3/8 = 3 : 8 = 0,375
Dus je hebt voor 1 persoon 0,375 l melk nodig.
Voor 9 personen is dat: 9 x 0,375 = 3,375 liter  (let op dat je helemaal niets afrondt!)
Nu moet ik oplossen: hoeveel pakken melk heb ik nodig?
In 1 pak zit 0,5 liter dus moet ik 3,375 delen door 0,5 l
Je typt op je rekenmachine: 
3,375 : 0,5 = 6,75
Dit betekent dat ik 6,75 pakken van 0,5 liter melk nodig heb.
Ik kan in de winkel alleen hele pakken kopen, dus mijn antwoord is: 7 pakken
In 1 keer op je rekenmachine: 3 : 8 x 9 : 0,5 = 6,75 (dus 7 pakken)


Slide 2 - Slide

Je hebt 1/8 liter melk nodig per persoon. Je maakt het recept voor 18 mensen. In een pak melk zit 1,5 liter.
Hoeveel pakken melk heb ik nodig?

Slide 3 - Open question

Je hebt 1/6 liter melk nodig per persoon. Je maakt het recept voor 15 mensen. In een pak melk zit 0,75 liter.
Hoeveel pakken melk heb ik nodig?

Slide 4 - Open question

Je hebt 1/4 liter melk nodig per persoon. Je maakt het recept voor 17 mensen. In een pak melk zit 2,5 liter.
Hoeveel pakken melk heb ik nodig?

Slide 5 - Open question

Je hebt 1/9 liter kokosmelk nodig per persoon. Je maakt het recept voor 25 mensen. In een pak kokosmelk zit 1 liter.
Hoeveel pakken kokosmelk heb ik nodig?

Slide 6 - Open question

 
Je hebt  75 gram rijst nodig per persoon. Je maakt het recept voor 18 mensen. In een pak rijst zit 1 kg. 
 
Hoeveel pakken rijst heb ik nodig?

Deze vraag mag op je rekenmachine.
Als ik voor 1 persoon 75 gr nodig heb, heb ik voor 9 mensen dus 9 keer zoveel nodig.
18 x 75 (laat dit antwoord staan op je rekenmachine.

Nu weet ik hoeveel GRAM ik nodig heb. 
In 1 pak zit 1 kg en dat is niet hetzelfde als gram. 

1 kg is 1000 g  (kilo betekent 1000)

Als ik nu het getal op mijn rekenmachine deel door 1000 heb ik het antwoord (bijna)5
 
18 x 75 : 1000 = 1,35 pakken rijst.

Ik kan in de winkel alleen hele pakken kopen, dus mijn antwoord is: 
2 pakken



Slide 7 - Slide

Je hebt 150 g rijst nodig per persoon. Je maakt het recept voor 15 mensen. In een pak rijst zit 1 kg.

Hoeveel pakken rijst heb ik nodig?

Slide 8 - Open question

Je hebt 85 g bloem nodig per taart. Je maakt 12 taarten. De winkel verkoopt pakken bloem van 1,5 kg.

Hoeveel pakken bloem heb ik nodig?

Slide 9 - Open question

Je hebt nog 1,7 kg bloem in je kast thuis. Voor 1 taart heb ik 550 gr bloem nodig.

Hoeveel taarten kan ik bakken?

Slide 10 - Open question

Dit is het einde van de les
Oefen zelf verder met dit soort sommen maar nu met eigen recepten van het kookboek!!!
Mocht je ze willen laten controleren, dan kan je de sommen uiteraard naar mij sturen.

Slide 11 - Slide