Voorbeeld 1: Josje is juf.
Josje: onderwerp
is: koppelwerkwoord want Josje blijft juf, Josje wordt juf, Josje blijkt juf…
en: juf is een kenmerk/eigenschap van Josje
Voorbeeld 2: Bram is leraar geworden.
Bram: onderwerp
geworden: koppelwerkwoord (is: hulpwerkwoord)