Onderzoeksopdracht maatschappijwetenschappen

Onderzoeksopdracht maatschappijwetenschappen

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de redenen voor het kiezen van een onderzoeksthema uitleggen.
• Aan het einde van de les kun je een specifieke en onderzoekbare onderzoeksvraag formuleren.
• Aan het einde van de les kun je een passende hypothese opstellen bij je onderzoeksvraag.
• Aan het einde van de les kun je een conceptueel model opstellen voor je onderzoek.
• Aan het einde van de les kun je de relatie tussen maatschappelijke concepten en je onderzoeksvraag uitleggen.
• Aan het einde van de les kun je een geschikte onderzoeksmethode kiezen en toelichten.
• Aan het einde van de les kun je onderzoeksresultaten weergeven en analyseren.
• Aan het einde van de les kun je een conclusie formuleren op basis van de onderzoeksresultaten.

Wat weet je al over het uitvoeren van een onderzoeksopdracht voor maatschappijwetenschappen?

Aanleiding en keuze voor het onderzoek

• Aanleiding: de reden of situatie die aanleiding geeft tot het onderzoek

Het formuleren van een specifieke onderzoeksvraag

• Onderzoeksvraag: een vraag die het onderzoek richting geeft en waarop het onderzoek een antwoord probeert te vinden

Het opstellen van een hypothese

• Hypothese: een verwachting of voorspelling van de uitkomst van het onderzoek

Het maken van een conceptueel model

• Conceptueel model: een schematische weergave van de verwachte relaties tussen variabelen in het onderzoek

Het opstellen van een theoretisch kader

• Theoretisch kader: het geheel van theorieën en concepten die ten grondslag liggen aan de onderzoeksvraag

Het kiezen en toelichten van de onderzoeksmethode

• Onderzoeksmethode: de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd en gegevens worden verzameld

Het weergeven van onderzoeksresultaten

• Representativiteit: de mate waarin de onderzoeksresultaten geldig zijn voor de gehele doelgroep

Het formuleren van een conclusie

• Validiteit: de mate waarin het onderzoek meet wat het beoogt te meten

Definitielijst

• Aanleiding: de reden of situatie die aanleiding geeft tot het onderzoek
• Onderzoeksvraag: een vraag die het onderzoek richting geeft en waarop het onderzoek een antwoord probeert te vinden
• Hypothese: een verwachting of voorspelling van de uitkomst van het onderzoek
• Conceptueel model: een schematische weergave van de verwachte relaties tussen variabelen in het onderzoek
• Theoretisch kader: het geheel van theorieën en concepten die ten grondslag liggen aan de onderzoeksvraag
• Onderzoeksmethode: de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd en gegevens worden verzameld
• Representativiteit: de mate waarin de onderzoeksresultaten geldig zijn voor de gehele doelgroep
• Validiteit: de mate waarin het onderzoek meet wat het beoogt te meten
• Betrouwbaarheid: de mate waarin het onderzoek bij herhaling dezelfde resultaten oplevert
• Generaliseerbaarheid: de mate waarin de onderzoeksresultaten toepasbaar zijn op andere of bredere groepen

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.