Les 7 Video's over leerbedrijven. Wat spreekt jou aan?

Vorige keer
  • Informatie uit informatiebronnen 
  • bron 
  • onderwerp 
  • hoofdgedachte 
  • titel en tussenkopjes
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vorige keer
  • Informatie uit informatiebronnen 
  • bron 
  • onderwerp 
  • hoofdgedachte 
  • titel en tussenkopjes

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • weet ik het verschil tussen (non) verbale communicatie
  • 4 meest voorkomende communicatiedoelen
  • kan ik het verschil tussen een feit en een mening benoemen
  • heb ik geoefend met het maken van een samenvatting
  • heb ik geoefend in actief kijken en luisteren 
  • maak ik aantekening tijdens een fragment

Slide 2 - Slide

Aan welk signaalwoord kan je het tekstverband conclusie herkennen?
A
en
B
maar
C
dus
D
kortom

Slide 3 - Quiz

Aan welk signaalwoord kan je het tekstverband opsomming herkennen?
A
ten slotte
B
toch
C
al met al
D
dan ook

Slide 4 - Quiz

Welk tekstverband geven de volgende signaalwoorden aan: maar, toch, echter, hoewel
A
samenvatting
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling

Slide 5 - Quiz

Aan welk signaalwoord kan je het tekstverband tijd/chronologie herkennen?
A
evenals
B
inmiddels
C
bijvoorbeeld
D
mits

Slide 6 - Quiz

Welk tekstverband geven de volgende signaalwoorden aan: zoals, evenals, net zo, als
A
vergelijking
B
toelichting/ uitleg
C
voorwaarde
D
tijd/chronologie

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord hoort NIET bij toelichting/ uitleg
A
ter illustratie
B
met andere woorden
C
bijvoorbeeld
D
inmiddels

Slide 8 - Quiz

Communicatie
  • Altijd een vorm van informatie overdracht tussen twee of meer mensen
  • verbale communicatie (taal)
  • non verbale communicatie (zonder taal)
  • formeel taalgebruik (onbekenden, zakelijke situaties)
  • Informeel taalgebruik (vrienden of andere mensen die je goed kent)

Slide 9 - Slide

Communicatiedoelen
  • 4 meest voorkomende communicatiedoelen
  • informeren (informatie overbrengen)
  • instrueren (uitleg geven)
  • overtuigen (mening geven met argumenten)
  • amuseren (vermaken)

Slide 10 - Slide

Feit en een mening
Feit
  • aantoonbaar of iets waar of niet waar is
  • controleerbaar, objectief gegeven
Mening
  • niet controleerbaar, iedereen denkt er anders over
Een marathon is 42,195 km. Dat binnen 4 uur lopen is een top prestatie

Slide 11 - Slide

Actief kijken en luisteren
  • Zorg dat je geconcentreerd bent
  • Zet het geluid hard genoeg
  • Pak pen en papier erbij
  • Teksten in fragmenten zijn belangrijk 

Slide 12 - Slide

Aantekeningen en samenvatten
  • Aantekeningen: steekwoorden die alleen jij begrijpt
  • Maak gebruik van afkortingen
  • Zet pijlen of trek lijnen om verbanden aan te geven
  • Samenvatten: onderwerp (1 woord), hoofdgedachte (zin, wat wil de spreker jou vertellen in 1 zin) 

Slide 13 - Slide

Volgende keer
  • Teksten over je werk lezen en begrijpen 

Slide 14 - Slide

Opdracht 2 Video over bpv
  • Welk communicatiedoel ?
  • Feit of mening
  • Juist of onjuist
  • 3 voorbeelden van eisen
  • 3 leerpunten van jezelf

Slide 15 - Slide

Opdracht 4
  • Fragment Drenthe College
  • Maak aantekeningen (alleen hoofdzaken, geen voorbeelden)
  • Bespreken aantekeningen, uitwisselen tips
  • Fragment Da Vinci college
  • Maak aantekeningen

Slide 16 - Slide

Opdracht 6
  • Discriminatie tijdens stage
  • Maak aantekeningen
  • Opgebouwd in 3 onderdelen

Slide 17 - Slide

Maken
Thema: Beroepspraktijkvorming
Taak 7: Video's over leerbedrijven. Wat spreekt jou aan?
Opdracht: online 2, 4, 6 + 
examentraining




Slide 18 - Slide