Les 6 Beroepspraktijkvorming. Taak 7 Video's over leerbedrijven. Wat spreekt jou aan?

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Indeling lessen Nederlands
  • Altijd boek en laptop en oortjes mee naar de les.
  • 1 lesuur uitleg en daarna opdrachten maken.
  • 1 lesuur boek lezen.
  • Overzicht per les.
  • Studiepunten: werkhouding, opdrachten af, voldoende periodetoets.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • kan ik verschillende communicatiedoelen in fragmenten herkennen;
  • kan ik het onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte uit een fragmenten halen;
  • kan ik aantekeningen maken tijdens fragmenten;
  • kan ik feiten en meningen onderscheiden.

Slide 3 - Slide

Stages
Waar ga jij stagelopen?

Slide 4 - Slide

2. Communicatiedoelen
Meerdere doelen, 1 hoofddoel
Bepaald manier van luisteren
  1. Informerend
  2. Instruerend 
  3. Overtuigend 
  4. Amuserend
  5. Activerend

Slide 5 - Slide

Informerende fragmenten
  • Informatief: Feiten, verslag, gebeurtenis
  • Voorbeelden: het nieuws, een interview, het verslag

Slide 6 - Slide

Instruerende fragmenten
  • Instruerend: In stappen of via aanwijzingen aangeven hoe iets in elkaar zit
  • Voorbeelden: gebruiksaanwijzing, recept, routebeschrijving

Slide 7 - Slide

Overtuigende fragmenten
  • Overtuigend: mening en probeert je te overtuigen van zijn mening of hij wil jou laten nadenken over een onderwerp
  • Voorbeelden: betoog, beschouwing, blog, verkiezingstoespraak, column, opiniestuk, achtergrondartikel

Slide 8 - Slide

Amuserende fragmenten
  • Amuserend: doel jou vermaken.
  • Voorbeelden: Facebook, Instagram, boek 

Slide 9 - Slide

Activerende fragmenten
  • Activerend: naast overtuigen juist tot actie over laten gaan
  • Voorbeelden: lid worden van een club, reclame, aanmelden

Slide 10 - Slide

11. Aantekeningen maken
  • Steekwoorden
  • Hoofdpunten (belangrijke zaken)
  • Onderwerp, hoofdgedachte
  • Eigen gebruik
  • Afkortingen
  • Tekeningen, pijlen, tekens
  • Tijdens fragmenten snel

Slide 11 - Slide

Kijken
  • Beroepspraktijkvorming Taak 7 Video's over leerbedrijven. Wat spreekt jou aan?
  • Opdracht 4  fragment 1 Drenthe College maak aantekeningen
  • tips aantekeningen
  • Fragment 2 Da Vinci College aantekeningen

Slide 12 - Slide

3. Feit en een mening
Feit
  • aantoonbaar of iets waar of niet waar is
  • controleerbaar, objectief gegeven
Mening
  • niet controleerbaar, iedereen denkt er anders over
Een marathon is 42,195 km. Dat binnen 4 uur lopen is een top prestatie

Slide 13 - Slide

43. Standpunt en argumenten
  • Standpunt (stelling):  mening/opvatting over onderwerp
  • Argumenten: overtuigen van zijn mening

Slide 14 - Slide

37. Onderwerp, hoofdgedachte
Onderwerp van de tekst: één woord
Hoofdgedachte van de tekst: belangrijkste uitspraak over het onderwerp in één zin samengevat

Slide 15 - Slide

Type vragen
  • Uitspraken wel/ niet juist, voordeel/nadeel, feit/mening
  • Open vragen
  • Vragen naar betekenis,
    doel, onderwerp, 
    hoofdgedachte, argumenten
  • Meerkeuze vragen

Slide 16 - Slide

Evalueren
  • verschillende communicatiedoelen in fragmenten herkennen;
  • het onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte uit een fragmenten halen;
  • aantekeningen maken tijdens fragmenten;
  • feiten en meningen onderscheiden.

Slide 17 - Slide

Volgende keer
Thema: Beroepspraktijkvorming
Taak 7: Video's over leerbedrijven. Wat spreekt jou aan?

Slide 18 - Slide

Maken
Thema: Beroepspraktijkvorming
Taak 7: Video's over leerbedrijven. Wat spreekt jou aan? 2F
Opdracht online 2, 4, 5, 6

Code Licentie!!!



Slide 19 - Slide

Differentiatie 3F
  • Thema: Beroepspraktijkvorming
  • Taak 7: De juiste informatie over een leerbedrijf selecteren.
  • Opdracht: online 2, 4, 5, 6

Slide 20 - Slide

43. Type argumenten
  • Voorbeeld
  • Feiten 
  • Voordeel/ nadeel
  • Vergelijking maken
  • Gebruik maken van bronnen (uit onderzoek blijkt..)
  • Kijken naar de gevolgen

Slide 21 - Slide

45. Drogredenen 
  1.  Aanval op de persoon (gaat niet over inhoud)
  2. Misbruik maken van autoriteit (Yvon Jaspers voetbal)
  3. Overhaaste generalisatie (goede docent, iedereen slaagt)
  4. Cirkelredenering (standpunt herhaald in argument)
  5. Populistisch argument (publiek erbij betrekken)
  6. Beroep op traditie (vergelijking vroeger zonder verandering)
  7. Verkeerde vergelijking (appels met peren vergelijken)

Slide 22 - Slide

91. Figuurlijk taalgebruik
  • Uitdrukkingen die niet letterlijk bedoeld zijn
  • Beeldspraak: woordformuleringen die anders bedoeld zijn dan ze er staan.
  • Jochem een beer van een vent
  • Fatima's handen waren ijskoud
  • Een avondje netflixen
  • Schippers won weer goud

Slide 23 - Slide

91. Figuurlijk taalgebruik
  • Stijlfiguren: bewust toegepaste afwijkingen van de gewone taal.
  • Eufemisme: vage/verzachtende uitdrukking wat hard kan overkomen (het bed delen,  inslapen, between jobs)
  • Hyperbool: sterke overdrijving (een eeuw wachten)
  • Understatement: tegenovergestelde hyperbool, 
  • Ironie: goedbedoelde spot (studenten keurige mensen) 

Slide 24 - Slide