Les 2.3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Les 3

Bijvoeglijk naamwoord

Wat heb je voorbereid

Je hebt 6 t/m 15 gemaakt van blz. 110-111.

Je hebt opdracht 1 t/m 3 gemaakt van blz. 112.

Doel van de les

Aan het eind van deze les:

• Weet je wat bijvoeglijk naamwoorden zijn en hoe je ze schrijft.
• Kan je bn herkennen.
• Kan je bijzonderheden met het bn uitleggen.
• Kan je goede zinnen maken met een bn.

Lesindeling

• Lezen.
• Nakijken huiswerk.
• Uitleg bijvoeglijk naamwoord (bn).
• Werktijd.

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Verbogen vorm:

de groene kast

het leuke meisje

de mooie trui

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

onverbogen vorm:

de kast is groen

het meisje is leuk     een leuk meisje

de trui is mooi

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Algemene regel: zo kort mogelijk! 

2 uitzonderingen:

* stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden.

* voltooid deelwoord eindigend op -en.

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

de koperen ketel

de vilten tas

de houten tafel

nieuwe stoffen:

de plastic tas

een polyester boot

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Bijvoeglijk naamwoord gemaakt van een voltooid deelwoord.

ik heb gefietst

de gefietste route

ik heb gelopen

de gelopen route

Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Trappen van vergelijking.

Handig schema op blz. 113.

Werktijd

• Maak 4 t/m 12 (hw). 

Exit ticket

Heb je het lesdoel van vandaag behaald?

😒🙁😐🙂😃

Welke twee dingen heb je
geleerd in deze les?

Op deze vraag heb ik nog
antwoord nodig.