§ 3 Tijd les 2

Fictie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Fictie

Slide 1 - Slide

Vandaag:
  • Herhalen via LessonUp
  • Lesdoel
  • Lezen Toegang geweigerd

Slide 2 - Slide

Vertelperspectief
'Perspectief' is een punt van waaruit iemand naar iets kijkt. 
Als je een verhaal leest, dan bekijk je alles vanuit een bepaalde persoon. Dit heet het 'vertelperspectief'. 


Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan tijdsprongen herkennen in een verhaal. 

Slide 4 - Slide

Tijdsprongen

Chronologisch = op volgorde waarin het is gebeurd

Vertelheden = nu

Flashback = tijdsprong achteruit
Flashforward = tijdsprong vooruit

Slide 5 - Slide

Welk perspectief kennen we NIET?

A
Ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief
C
Het-perspectief
D
Wisselend perspectief

Slide 6 - Quiz

Welk begrip hoort bij welke uitleg?
Een sprong terug in de tijd
De juiste tijdsvolgorde, dus zonder tijdsprongen
Het 'nu' van het verhaal
Een sprong vooruit in de tijd

Flashforward

Flashback

Chronologische volgorde

Vertelheden

Slide 7 - Drag question

1. Welke drie dingen zijn vaak heel bepalend sfeer in een verhaal?
A
relaties, oorlog en verdriet
B
geloof, hoop en liefde
C
tijd, plaats en omstandigheden
D
tijd, personen en omstandigheden

Slide 8 - Quiz

2. Met welke woorden kun je het best de sfeer van een romantisch verhaal omschrijven?
A
deprimerend, eenzaam en verdrietig
B
gelukkig, romantisch, verliefd
C
donker, griezelig, geheimzinnig
D
eng, ontspannen, saai

Slide 9 - Quiz

3. Bij een hij/zij-perspectief ligt het perspectief bij meerdere personages.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

4. Meeleven wil zeggen dat je
A
graag wilt dat het goed gaat met het personage.
B
je kunt voorstellen hoe het is om een personage te zijn of om mee te maken wat hij meemaakt.

Slide 11 - Quiz

5. Wat wordt bedoeld met het 'vertelheden'?
A
vroeger
B
toekomst
C
nu
D
later

Slide 12 - Quiz

6. Wat is de omschrijving van 'flashback'?
A
een tijdsprong achteruit
B
een tijdsprong vooruit

Slide 13 - Quiz

7. Actiespanning ontstaat doordat …
A
het verhaal vragen oproept waarop je graag een antwoord wilt hebben.
B
er iets spannends, gevaarlijks of onverwachts gebeurt.
C
je een hekel hebt aan een personage.

Slide 14 - Quiz

Test.
Elvis Long woont in een Engelse kustplaats. Het is de eerste dag van de zomervakantie en hij heeft met Talisha afgesproken op de pier. Daar zal hij nooit aankomen, want zodra hij op straat komt, wordt er een briefje in zijn handen gedrukt. Er staat op: Dit is een test. WE HEBBEN JE VADER. VERTEL HET AAN NIEMAND. ANDERS TEKEN JE ZIJN DOODVONNIS.
Elvis denkt eerst dat het een grap is, maar al gauw blijkt zijn vader echt verdwenen te zijn. Langzaam wordt duidelijk dat Elvis op een bijna onmenselijke manier op de proef wordt gesteld.


In deze tekst zit vooral                                   spanning.
                          ...
actie
psychologische

Slide 15 - Drag question

Lezen

Samen lezen
Hoofdstuk 17
Lezen

Alleen lezen
 Hoofdstuk 17 + 18 + 19
Klaar? samenvatting maken (op papier)

Slide 16 - Slide