H5 herhaling collectieve sector
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Noteer een voorbeeld van een collectief goed
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Een economie kan verschillende kenmerken hebben. Bij welke economie past het volgende kenmerk het best?
De overheid bepaalt hoeveel er geproduceerd wordt.
De overheid bepaalt hoeveel er geproduceerd wordt.
A
Planeconomie
B
vrijemarkteconomie
C
socialemarkteconomie
Slide 8 - Quiz
Een economie kan verschillende kenmerken hebben. Bij welke economie past het volgende kenmerk het best?
Er is sprake van marktwerking. Vraag en aanbod bepalen de prijzen.
Er is sprake van marktwerking. Vraag en aanbod bepalen de prijzen.
A
Planeconomie
B
vrijemarkteconomie
C
socialemarkteconomie
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Accijns is een voorbeeld van
A
Directe belasting
B
Inflatie
C
Kostprijsverhogende belasting
D
Subsidie
Slide 12 - Quiz
Waarom heeft de overheid de suikertaks ingevoerd?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Overheidsschuld: 402 miljard
Begrotingstekort: 50 miljard
Nationaal inkomen / bbp: 760 miljard
Voorwaarden EU: De staatsschuld mag maximaal 60% zijn van het bbp en het begrotingstekort mag maximaal 3% zijn van het bbp. Bereken of hieraan voldaan wordt.
Begrotingstekort: 50 miljard
Nationaal inkomen / bbp: 760 miljard
Voorwaarden EU: De staatsschuld mag maximaal 60% zijn van het bbp en het begrotingstekort mag maximaal 3% zijn van het bbp. Bereken of hieraan voldaan wordt.
