What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H5 Herhaling
H5 Hoe werkt de overheid?
§ 5.1 Overheid, burgers en bedrijven.
§ 5.2 De overheid en de economie.
§ 5.3 Zijn wij sociaal?
§ 5.4 Geld genoeg?
Herhaling
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H5 Hoe werkt de overheid?
§ 5.1 Overheid, burgers en bedrijven.
§ 5.2 De overheid en de economie.
§ 5.3 Zijn wij sociaal?
§ 5.4 Geld genoeg?
Herhaling
Slide 1 - Slide
H5 Hoe werkt de overheid?
1 Rekenen
2 Begrippen
3 Quiz-vragen
(4 Extra opgaven)
Herhaling
Slide 2 - Slide
Maken: rekenopgaven 11, 12 en 13
(blz. 161)
Slide 3 - Slide
Opgave 11 (blz. 161)
a
Slide 4 - Slide
Opgave 11 (blz. 161)
a
€ 64 miljard ÷ € 293 miljard × 100 = 21,84... -->
21,8%
b
deel
----------- x 100
geheel
Slide 5 - Slide
Opgave 11 (blz. 161)
a
€ 64 miljard ÷ € 293 miljard × 100 = 21,84... -->
21,8%
b
€ 58,4 miljard (btw) + € 12,2 miljard (accijns) = € 70,6 miljard
€ 70,6 miljard ÷ € 293 miljard × 100 = 24,09... -->
24,1%
c
deel
----------- x 100
geheel
Slide 6 - Slide
Opgave 11 (blz. 161)
a
€ 64 miljard ÷ € 293 miljard × 100 = 21,84... -->
21,8%
b
€ 58,4 miljard (btw) + € 12,2 miljard (accijns) = € 70,6 miljard
€ 70,6 miljard ÷ € 293 miljard × 100 = 24,09... -->
24,1%
c
€ 293 miljard ÷ 100 × 1,5 =
€ 4.395.000.000
deel
----------- x 100
geheel
Slide 7 - Slide
Opgave 12 (blz. 161)
a
Slide 8 - Slide
Opgave 12 (blz. 161)
a
(€ 82,2 miljard - € 79,7 miljard) ÷ € 79,7 miljard × 100 =
3,1%
b
(nieuw - oud)
-------------------- x 100
oud
Slide 9 - Slide
Opgave 12 (blz. 161)
a
(€ 82,2 miljard - € 79,7 miljard) ÷ € 79,7 miljard × 100 =
3,1%
b
(€ 5.528 - € 5.458) ÷ € 5.458 × 100 =1,28... -->
1,3%
c
(nieuw - oud)
-------------------- x 100
oud
Slide 10 - Slide
Opgave 12 (blz. 161)
a
(€ 82,2 miljard - € 79,7 miljard) ÷ € 79,7 miljard × 100 =
3,1%
b
(€ 5.528 - € 5.458) ÷ € 5.458 × 100 =1,28... -->
1,3%
c
Gegevens: Zorguitgaven = 9,9% = € 82,2 miljard
Bbp = 100 % = € ? miljard
(nieuw - oud)
-------------------- x 100
oud
Slide 11 - Slide
Opgave 12 (blz. 161)
a
(€ 82,2 miljard - € 79,7 miljard) ÷ € 79,7 miljard × 100 =
3,1%
b
(€ 5.528 - € 5.458) ÷ € 5.458 × 100 =1,28... -->
1,3%
c
Gegevens: Zorguitgaven = 9,9% = € 82,2 miljard
Bbp = 100 % = € ? miljard
Dus: € 82,2 miljard ÷ 9,9 × 100 =
€ 830,3 miljard
(nieuw - oud)
-------------------- x 100
oud
Slide 12 - Slide
Opgave 13 (blz. 161)
a
Slide 13 - Slide
Opgave 13 (blz. 161)
a
€ 329.000 ÷ 100 × 0,1993 = 655,687 -->
€ 655,70
b
Slide 14 - Slide
Opgave 13 (blz. 161)
a
€ 329.000 ÷ 100 × 0,1993 = 655,697 -->
€ 655,70
b
€ 768,75 ÷ 0,1875 × 100 =
€ 410.000
c
Slide 15 - Slide
Opgave 13 (blz. 161)
a
€ 329.000 ÷ 100 × 0,1993 = 655,687 -->
€ 655,70
b
€ 768,75 ÷ 0,1875 × 100 =
€ 410.000
c
€ 289,30 ÷ € 275.000 × 100 = 0,1052%.
Dit is het tarief van de
gemeente Opsterland
.
Slide 16 - Slide
Collectieve sector
(= publieke sector)
Particuliere sector
(= marktsector)
overheid en instellingen
voor de sociale zekerheid
burgers en bedrijven
VERSCHIL?
Particuliere sector streeft naar winst!!!
marktwerking
bedrijven concurreren met elkaar, bijv. door lagere prijzen of betere kwaliteit producten
Slide 17 - Slide
Privatiseren
Voordelen:
- Minder kosten voor de overheid.
- Prijzen
kunnen dalen
door
marktwerking (concurrentie).
Nadelen:
- Overheid verliest controle.
- Sommige activiteiten worden
te
duur
of niet meer aangeboden.
Slide 18 - Slide
Indeling economisch bestel van landen:
We onderscheiden:
planeconomie - sociale markteconomie - vrijemarkteconomie
Slide 19 - Slide
Adviseurs van de overheid
De overheid kan bij het maken van keuzes op economisch gebied informatie en/of advies krijgen van:
CBS
CBS = Centraal Bureau voor de Statistiek:
verzamelt informatie
over o.a. economische veranderingen.
CPB
CPB = Centraal Planbureau:
onderzoekt wat
de gevolgen
kunnen zijn van economische beslissingen.
SER
SER = Sociaal Economische Raad:
adviseert
over sociaal-economische onderwerpen
(bestaat uit werkgevers, werknemers en onafhankelijke deskundigen).
Slide 20 - Slide
BBP = Bruto Binnenlands Product
totale waarde van alle geproduceerde
goederen en diensten in een land
=
Nationaal inkomen = het totale inkomen van een land
(alle winsten van bedrijven en inkomens van werknemers)
Slide 21 - Slide
Accijns en subsidie
Wil de overheid iets
afremmen?
Wil de overheid iets stimuleren?
Accijns
Subsidie
Slide 22 - Slide
Bijstands-
uitkering
AOW
Wlz
WW
WIA
Slide 23 - Slide
Directe belastingen
Indirecte belastingen
betaal je rechtstreeks aan
de overheid, bijv.
- loonbelasting
- inkomstenbelasting
- winstbelasting
- vennootschapsbelasting
(= belasting over inkomen, winst en vermogen)
zitten in de prijs van een product verwerkt, bijv.
- btw
- accijns
- toeristenbelasting
- energiebelasting
(= kostprijsverhogende belastingen)
Slide 24 - Slide
Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?
Slide 25 - Slide
De collectieve sector noemen we
ook wel de .......
A
de private sector
B
de particuliere sector
C
de publieke sector
D
de marktsector
Slide 26 - Quiz
Waaruit bestaat de particuliere sector?
A
bedrijven
B
bedrijven en burgers
C
overheidsinstellingen
D
sociale zekerheids-instellingen
Slide 27 - Quiz
Hoe noemen we overdragen van instellingen van de collectieve sector naar de particuliere sector?
A
Privatisering
B
Nationalisering
C
Markwerking
D
Subsidiëring
Slide 28 - Quiz
Door marktwerking zullen de
prijzen meestal ....
A
stijgen
B
dalen
Slide 29 - Quiz
Waarvoor staat de afkorting bbp?
A
bruto buitenlands product
B
bruto binnenlands product
C
bruto buitenlands productie
D
bruto binnenlands productie
Slide 30 - Quiz
Welke uitkering ontvang je als je (buiten je schuld om) werkloos wordt?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
Wlz
Slide 31 - Quiz
Sociale voorzieningen worden betaald met ...
A
sociale premies
B
belastinggeld
Slide 32 - Quiz
Wat gebeurt er met de overheidsfinanciën als er
economische groei is?
A
overheidsuitgaven dalen + overheidsinkomsten stijgen
B
overheidsuitgaven dalen + overheidsinkomsten dalen
C
overheidsuitgaven stijgen + overheidsinkomsten dalen
D
Er gebeurt helemaal NIETS met de overheidsfinanciën
Slide 33 - Quiz
Juist of onjuist?
De Rijksbegroting gaat over het lopende (= dit) jaar.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
Als er een begrotingstekort is, kan de overheid dit oplossen door ...
A
meer uit te geven
B
meer te lenen
C
minder belasting te heffen
Slide 35 - Quiz
Direct of indirect?
Loonbelasting is ...
A
direct
B
indirect
Slide 36 - Quiz
Direct of indirect?
Accijns is ...
A
direct
B
indirect
Slide 37 - Quiz
Aan het werk
Maken:
* Samenvatting (blz. 154 of online)
* Herhalingsopdrachten (blz. 156)
* Plusopdrachten (blz. 158)
* Rekenen (blz. 160 of online)
Slide 38 - Slide
More lessons like this
Internationale Handel Les 1
August 2020
- Lesson with
25 slides
Economie
Vocational Education
§7.4 Wat geeft de overheid uit?
April 2024
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
§7.4 Wat geeft de overheid uit?
April 2023
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
§7.4 Wat geeft de overheid uit?
May 2023
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
H6 Wie heeft het voor het zeggen? 6.1 Wat is de overheid? (pincode 7e editie)
January 2023
- Lesson with
45 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3,4
les 5
May 2023
- Lesson with
36 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
5.1 Overheid, burgers en bedrijven. REKENEN
November 2023
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
7.4 Hoe komt het Rijk rond
May 2023
- Lesson with
31 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3