Grammatica zinsdelen - zinsdeelzinnen les 2

Grammatica zinsdelen
 Zinsdeelzinnen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen
 Zinsdeelzinnen

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Deze les hebben we geoefend met het benoemen van zinsdeelzinnen.

Slide 2 - Slide

Wat kun je nog allemaal vertellen over zinsdeelzinnen?

Slide 3 - Open question

Een zinsdeelzin is een zinsdeelzin als er een persoonsvorm in staat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Zinsdeel of zinsdeelzin?
Iedere leerling doneert wat hij tijdens de sponsorloop ophaalt aan het goede doel.
A
Zinsdeel
B
Zinsdeelzin

Slide 5 - Quiz

Zinsdeel of zinsdeelzin?
De door de consumentenbond als best
geteste stofzuiger zal wel heel erg duur zijn.
A
Zinsdeel
B
Zinsdeelzin

Slide 6 - Quiz

Welke stappen onderneem je als je een zinsdeelzin gaat benoemen?

Slide 7 - Open question

Opdracht 6 blz. 255 
  • wat ... schreef = lv-zin 
  • wie ... tuin - mv-zin  
  • wat ... ziet = lv-zin 
  • omdat ... regenen - bwb-zin
  • wie ... houdt = ow-zin
  • Nadat ... afgelopen = bwb-zin 

Slide 8 - Slide

Oefentoets zinsdeelzinnen
  • Ga naar www.socrative.com en klik op student login
  • Vul roomnumber CTK in
  • Maak de oefentoets over de zinsdeelzinnen
  • Je mag gebruik maken van je aantekeningenschrift
  • Je krijgt ongeveer 15 minuten de tijd. Succes!

Slide 9 - Slide

Het lukt mij om de zinsdeelzinnen te benoemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll