M1 - 30-3

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Deze les

- Herhaal je de vraagwoorden

- Wijs je elkaar de weg

- Geef je de richtingen aan

- Ken je enkele gebouwen in een stad

- Categoriseer je voedingsmiddelen

de vijf zinnen van de dag

1. Eet smakelijk!

2. Wat vindt u van het nagerecht?

3. Alstublieft, de menukaart.

4. Zout en peper

5. Ik breng u meteen de rekening.

de vijf zinnen van de dag

1. Eet smakelijk!

Buen provecho / Que aproveche

2. Wat vindt u van het nagerecht?

¿Qué tal el postre?

3. Alstublieft, de menukaart.

Aquí tiene el menú

4. Zout en peper

Sal y pimienta

5. Ik breng u meteen de rekening.

Le traigo la cuenta inmediatamente

Vragende voornaamwoorden

¿Dónde?

¿Cómo?

¿Por qué?

¿Cuándo?

¿Cuánto?

¿Qué?

¿Quién?

¿Hasta cuándo?

¿Cuál?

Wie?

Wat?

Waar?

Wanneer?

Waarom?

Hoe?

Welke?

Hoeveel?

¿Quién? / ¿Quiénes?

¿Qué?

¿Dónde?

¿Cuándo?

¿Por qué?

¿Cómo?

¿Cuál? / ¿Cuáles?

¿Cuánto? / ¿Cuánta? / ¿Cuántos? / ¿Cuántas

Let op het accent!

Tarea

Wat?	Schrijf een vraag op met een van de vragende voornaamwoorden die past in het restaurant. Maak daarna opdracht 23 op pag 18
Hoe?	Individueel / in tweetallen
Tijd?	15 minuten
Hulp?	je buurman/-vrouw
Eerder klaar?	Maak dan opdr 32 en 31 op pag 26

schrijf in het Spaans woorden om de weg aan te wijzen

al lado de

tomar

sigue todo recto

enfrente

a la izquierda

a la derecha

delante

links

tegenover

rechts

ga rechtdoor

nemen

naast

voor

El camino

Perdón...

¿Dónde está ... ?

¿Hay un ... por aquí?

Va ...

Sigue ...

                                                     Primero - Luego - Después - Por último

Tarea

Wat?	Maak opdracht 33 en 35 op pag 27-29
Hoe?	Individueel / in tweetallen
Tijd?	20 minuten
Hulp?	je buurman/-vrouw
Eerder klaar?	Maak dan opdr 32 en 31 op pag 26 Lees de tekst Cita en la Champañería op pag 17 en beantwoord de vragen :-)

Tarea

Wat?	Maak opdracht 34 op pag 29 Je bent in de fabriek, rechtsonder. Kies een huis op het plaatje. Leg de route uit. De ander tekent de route na. Klopt het?
Hoe?	In tweetallen
Tijd?	10 minuten
Hulp?	je buurman/-vrouw
Eerder klaar?	Wissel van rol