1kgt - les 15 Nieuwsbegrip Online + Spelling

Welkom


Nederlands
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom


Nederlands

Slide 1 - Slide

Doelen
Lezen in Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip
Online les

Spelling H3
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 2 - Slide

Nieuwsbegrip online
Je kunt inloggen op:

www.nieuwsbegrip.nl
met l+leerlingnummer en wachtwoord is jouw postcode bijvoorbeeld:

l602520 |   2493 WP

Slide 3 - Slide

Nieuw koraalrif ontdekt in de zee
Wat is koraal?          Waar vind je koraal?

Slide 4 - Slide

Kijk mee naar de video
www.nieuwsbegrip.nl


Slide 5 - Slide

Woordenschat
De woorden:

ongeschonden, de expeditie, in goede staat verkeren, rijk zijn aan, vermoeden, ergens onder te lijden hebben, verbluffend, voorzien zijn van, de bron, het effect

Slide 6 - Slide

Ongeschonden
A
heel en compleet
B
beschadigd

Slide 7 - Quiz

de expeditie
A
ontdekkingstocht naar een moeilijk bereikbaar gebied
B
vakantie met opdrachten

Slide 8 - Quiz

in goede staat verkeren
A
beschadigd
B
mooi en nog heel zijn

Slide 9 - Quiz

rijk zijn aan
A
weinig spullen hebben
B
veel van iets bezitten of hebben

Slide 10 - Quiz

vermoeden
A
denken dat iets waarschijnlijk niet zo is
B
denken dat iets waarschijnlijk zo is

Slide 11 - Quiz

ergens onder te lijden hebben
A
ergens geen last van hebben
B
ergens lange tijd veel last van hebben

Slide 12 - Quiz

verbluffend
A
waar je heel verbaasd over bent
B
in shock zijn

Slide 13 - Quiz

voorzien zijn van
A
zorgen voor, geven aan
B
iets niet hebben

Slide 14 - Quiz

de bron
A
plaats waar iets vandaan komt
B
water

Slide 15 - Quiz

het effect
A
glitters en kleuren
B
de invloed, het gevolg

Slide 16 - Quiz

Maken
- Woordenschat
- Basisles

Klaar? Squlaaaaaaaaaa

timer
30:00

Slide 17 - Slide

Taalverzorging spelling
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

Hoe vind je een PV?

De man loopt op straat.

Slide 18 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 19 - Slide

Persoonsvorm: tegenwoordige tijd
ik
stam
ik loop
jij
stam + t
jij loopt
jij (erachter)
stam
loop jij
hij/zij/het/u
stam + t
jij loopt
wij
infinitief
lopen
jullie
infinitief
lopen
zij (mv)
infinitief
lopen

Slide 20 - Slide

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
Maken: 2a, 3a, 8b

Klaar? Lezen in een boek
timer
25:00

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Boek meenemen

Slide 22 - Slide