Het voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord
(Afgekort V.D.)
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsLager onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Het voltooid deelwoord
(Afgekort V.D.)

Slide 1 - Slide

Over de vorige les....
Wat weten we nog van het V.D.?!

Slide 2 - Slide

Zijn dit voltooid deelwoorden?! 

Slide 3 - Slide

Met welk ander werkwoord staat het voltooid deelwoord?

Slide 4 - Open question




Bij de werkwoorden
HEBBEN of ZIJN

Slide 5 - Slide

Waar staat het voltooid deelwoord?
A
Vooraan in de zin
B
C
Achteraan in de zin

Slide 6 - Quiz

Het V.D. staat ALTIJD ACHTERAAN in de zin!

Slide 7 - Slide

HOE VORMEN WE HET V.D.?!

Met voorvoegsels
Weet je nog welke?!?

Slide 8 - Slide

Met welke voorvoegsels vormen we het VD?
A
er/her/ont
B
aan/ver
C
be/ge/ver

Slide 9 - Quiz

Waarop eindigt het V.D.?!


D of T?!
Daarop gaan we oefenen!! 

Slide 10 - Slide

Hoe weet je of er een d of een t op het einde van het VD komt?

Slide 11 - Open question

Ik heb de stad (bezoeken).
A
bezoekt
B
bezocht
C
gebezoekt
D
bezochd

Slide 12 - Quiz

De oude man heeft veel (reizen)

A
gerezen
B
gereisd
C
gereist
D
gerijsd

Slide 13 - Quiz

Het meisje is heel ziek (zijn)
A
gezijn
B
geweest
C
geweesd
D
gewezen

Slide 14 - Quiz

Ze had de verfkleur goed (kiezen)
A
gekiest
B
gekozen
C
gekiesd
D
gekosen

Slide 15 - Quiz

Hij was snel naar huis (rennen)
A
gerend
B
gerennen
C
gerent
D
gelopen

Slide 16 - Quiz

Mijn vriendin heeft ijsjes mee (brengen)
A
gebrengt
B
gebrachd
C
gebracht
D
gebrengen

Slide 17 - Quiz

Zelf in te vullen:
Oma had heel lekker (koken)

Slide 18 - Open question

De boef is uit de gevangenis (ontsnappen)

Slide 19 - Open question

Ik heb mijn opa in het rusthuis (bezoeken)

Slide 20 - Open question

We hebben super lekkere limonade (drinken)

Slide 21 - Open question

Bekijk het volgende filmpje !!


Hierin wordt alles nog eens uitgelegd.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Vul de volgende woordspin aan
Vul de vakjes in met alles wat jullie weten over het voltooid deelwoord
(plaats/voorvoegsel/laatste letter....) 

Slide 24 - Slide

voltooid deelwoord

Slide 25 - Mind map

Oefeningen
Bundel werkwoorden

Slide 26 - Slide