Leçon le 21 décembre

Le programme
  1. Grammaire: les comparaisons
  2. Overhoring idioom chap. 1-7 (F-N)
  3. Écrire une carte de Noël
  4. Devoirs: luisterexamen 2016/2017 in Woots + Écrire ta carte de Noël
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Le programme
  1. Grammaire: les comparaisons
  2. Overhoring idioom chap. 1-7 (F-N)
  3. Écrire une carte de Noël
  4. Devoirs: luisterexamen 2016/2017 in Woots + Écrire ta carte de Noël

Slide 1 - Slide

Les comparaisons
Ga naar Teams en open de ppt 'les catégories grammaticales'

Slide 2 - Slide

Zet in de vergrotende trap: Ma chambre est
(+ grand)_____ la chambre de mon frère.
A
moins grande que
B
plus grand que
C
plus grande que
D
aussi grand que

Slide 3 - Quiz

Zet in de vergrotende trap: Elle pense que mes cheveux sont (-beau) _______ les siennes

Slide 4 - Open question

Zet in de vergrotende trap: Il se douche (- rapide) _______ le reste de la famille. Let op! Verander 'rapide' eerst naar een bijwoord.

Slide 5 - Open question

Overtreffende trap met bijv. nmw:
(+ sportif) Ma soeur Stéphanie est la _____ fille ______ de son équipe.
A
la plus sportive fille
B
la fille la plus sportive
C
la fille la plus sportif
D
la plus sportif fille

Slide 6 - Quiz

Overtreffende trap met bijv. nmw:
(+ intelligent) Mon frère est le ____ garçon ____ de sa classe.

Slide 7 - Open question

Overtreffende trap met bijv. nmw:
(bon) Il a toujours les _____ notes (v)_____

Slide 8 - Open question

Overhoring idioom chap. 1-7 (F-N)
Ga naar Teams

Slide 9 - Slide

Réponses
1. Verwennen
2. toets, opgave, examenopgave
3. blik
4. voorbeeldig
5. bijzonder, buitengewoon
6. bos
7. controleren
8. evenveel
9. goedkeuren
10. verplicht(e)

Slide 10 - Slide

Exercice
  • Breakoutruimten (10 min)
  • Kies 3 woorden uit de overhoring en maak er nieuwe zinnen van (Frans)
  • Hoofdruimte: Zet de zinnen in de chat

Slide 11 - Slide

Écrire une carte de Noël

Slide 12 - Slide

Exercice (+/- 80 mots)
  • Je schrijft naar een vriend of familielid
  • Aanhef en afsluiting
  • Je wens diegene fijne kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar
  • Je schrijft nog een persoonlijke boodschap erbij
  • Je schrijft wat jouw goede voornemens (bonnes résolutions) zijn voor volgend jaar
  • Vraag wat zijn of haar voornemens zijn.

Slide 13 - Slide

Les devoirs
  • In Woots oefenen: examen 2016/2017
  • Écrire ta carte de Noël

Slide 14 - Slide