What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3: Herhaling spelling & grammatica deel 2
Herhaling stof s.o.
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling stof s.o.
Slide 1 - Slide
Deel 1
Herhaling hoofdzin en bijzin
Slide 2 - Slide
Noem een kenmerk
van een hoofdzin.
Slide 3 - Mind map
In een hoofdzin staan pv en ow naast elkaar.
Je kunt er ook geen andere zinsdeel tussen plaatsen
In de hoofdzin staat de belangrijkste informatie.
In de hoofdzin is de pv het eerste of tweede zinsdeel.
Slide 4 - Slide
Tessa gaat naar de opticien, want ze heeft een nieuwe bril nodig.
A
hoofdzin, hoofdzin
B
hoofdzin, bijzin
C
bijzin, hoofdzin
D
bijzin, bijzin
Slide 5 - Quiz
Terwijl Sarah het beslag maakt,
zet Evi de oven aan.
A
bijzin, hoofdzin
B
hoofdzin, hoofdzin
C
bijzin, bijzin
D
hoofdzin, bijzin
Slide 6 - Quiz
De man zit op de kruk,
omdat hij moe is van zijn werkdag.
A
bijzin, bijzin
B
hoofdzin, hoofdzin
C
bijzin, hoofdzin
D
hoofdzin, bijzin
Slide 7 - Quiz
Deel 2
Beknopte bijzin
Slide 8 - Slide
Noem een kenmerk
van een beknopte bijzin.
Slide 9 - Mind map
Een beknopte bijzin heeft géén ow en pv.
In een beknopte bijzin staat wel een
van de volgende werkwoordsvormen:
te + infinitief
onvoltooid deelwoord
voltooid deelwoord
Slide 10 - Slide
Thuisgekomen smeet ze haar tas weg en trok ze haar sloffen aan.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin
Slide 11 - Quiz
Max liep kwaad de kleedkamer uit
om zijn vriend eens goed
de waarheid te zeggen.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin
Slide 12 - Quiz
Maak van de beknopte bijzin een normale bijzin.
Huilend van het lachen zat Laura in de les.
Slide 13 - Open question
Maak van de beknopte bijzin een normale bijzin.
Eenmaal uit de trein gestapt, bestelde
mijn vader direct een taxi.
Slide 14 - Open question
Geef in de volgende zinnen aan:
welke woorden een stijlfiguur of stijlfout vormen
pleonasme of tautologie
Voorbeeld
Vandaag viel er veel witte sneeuw.
Antwoord:
witte sneeuw
pleonasme
Slide 15 - Slide
Tijdens de zware storm van het afgelopen weekend zijn veel dakpannen naar beneden gevallen.
Slide 16 - Open question
Ik was erg verrast, want naast bloemen kreeg ik ook een boekenbon.
Slide 17 - Open question
De handige dierenverzorger voerde de witte ijsberen met de hand.
Slide 18 - Open question
Kies uit: afkorting, initiaalwoord, letterwoord, symbool of verkorting.
havo
A
afkorting
B
initiaalwoord
C
letterwoord
D
verkorting
Slide 19 - Quiz
Kies uit: afkorting, initiaalwoord, letterwoord, symbool of verkorting.
wifi
A
afkorting
B
initiaalwoord
C
letterwoord
D
verkorting
Slide 20 - Quiz
Kies uit: afkorting, initiaalwoord, letterwoord, symbool of verkorting.
btw
A
afkorting
B
initiaalwoord
C
letterwoord
D
verkorting
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
31/3 Spelling 4 en 5: woorden korter schrijven 3h
March 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
spelling h4 en grammatica h4
January 2020
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Proefwerkstof
March 2021
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H4 Spelling - Afkortingen en symbolen
November 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
vwo3- week 8- Spelling H4
February 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H4 Spelling - Afkortingen en symbolen
March 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Spelling van Afkortingen en Symbolen
April 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Spelling en formuleren H4
November 2020
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3