Thema 2 BS3 Eiwitsynthese

BS3: Eiwitsynthese
Lesdoel

Je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BS3: Eiwitsynthese
Lesdoel

Je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt.

Slide 1 - Slide

TERUGBLIK


 opdracht 21 t/m 27 p. 90
(compact: 21, 22, 23, 25 en 26)
timer
10:00

Slide 2 - Slide

INSTRUCTIE
Door DNA-replicatie heeft elke cel exact hetzelfde DNA.
Met deze informatie kunnen ribosomen eiwitten synthetiseren.

Slide 3 - Slide

INSTRUCTIE
De eiwitten in je lichaam kunnen worden opgebouwd uit 20 verschillende aminozuren.

Voor de code van één aminozuur zijn 3 opeenvolgende nucleotiden nodig (codon)

Slide 4 - Slide

INSTRUCTIE

Slide 5 - Slide

INSTRUCTIE
                                                         
                                                          De functie van eiwitten wordt                                                                          bepaald door aminozuurvolgorde en
                         ruimtelijke structuur.

Slide 6 - Slide

INSTRUCTIE

Slide 7 - Slide

INSTRUCTIE
samenvatting


Slide 8 - Slide

INSTRUCTIE
Eiwitsynthese

Slide 9 - Slide

INSTRUCTIE
Biojuf
Eiwitsynthese

Slide 10 - Slide

INSTRUCTIE
Je zal het maar hebben.....

www.npo.nl
start

"Liset en Emiel"


Slide 11 - Slide

INSTRUCTIE
Celcyclus
De celcyclus bestaat uit de volgende fasen: 
1. G1: stofwisseling en celgroei;
2. S: verdubbeling van het DNA (DNA replicatie);
3. G2: stofwisseling, celgroei en kopieëren van organellen;
4. mitose, verdeling van de chromosomen.
.

Slide 12 - Slide

INSTRUCTIE
Celcyclus

Slide 13 - Slide

ENERGIZER


.....woordzoeker...

Slide 14 - Slide

BEGELEID OEFENEN

Slide 15 - Slide

ZELFSTANDIG OEFENEN


 Maak oefentoets DNA
www.biologiepagina.nl
timer
1:00

Slide 16 - Slide

HUISWERK

Slide 17 - Slide

EVALUATIE
1. Wat heb je geleerd?

2. Wat zou je de volgende keer anders doen?

3. Hoe vind jij dat je hebt gewerkt?

Slide 18 - Slide