H6 - §6.2 Wind en luchtdruk

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 4

Welkom in de les

Vandaag:

• lesdoelen §6.2
• instructie §6.2
• maken opdrachten
• afsluiten les 

 

§ 6.2 - Wind en luchtdruk

Huiswerk gemaakt?

Als je niet bent ingelogd wil ik nu je huiswerk zien!

Vragen §6.1

Opgave 11a

Opgave 11b

Opgave 11c

Opgave 11d

Opgave 13

Opgave 13

Welke temperatuur geeft de thermometer aan?

Wat is het meetbereik van de hiernaast afgebeelde thermometer?

1. O tot 100 graden Celsius
2. 120 graden Celcius
3. 20 tot 120 graden Celcius
4. 100 graden Celcius

Lees de temperaturen af van de 5 thermometers

1. 49 , 112, 13, 240, 52 graden Celsius
2. 49, 108, 13, 230, 50 graden Celcius
3. 50, 108, 13, 230, 52 graden Celcius
4. 50, 112, 15, 240, 50 graden Celcius

Welke soorten
thermometers
ken je?

Een digitale thermometer maakt gebruik van ...

1. een vloeistof
2. infrarode straling
3. een bimetaal
4. een temperatuursensor

Uit welke onderdelen bestaat een vloeistofthermometer?

§6.2 - Je leert ...

• wat luchtdruk is
  
• hoe je luchtdruk meet
  
• hoe wind ontstaat door verschil in luchtdruk
  
• welke invloed luchtdruk heeft op het weer

Discussievraag

Bedenk wat de reden is dat de

storm paraplu beter tegen storm kan

dan een gewone paraplu.

Luchtdruk

Lees aandachtig de alinea 'Luchtdruk' op blz. 98

Luchtdruk

Luchtdruk

Luchtdruk

• Het symbool voor druk is p
• eenheid van luchtdruk is hPa (hectoPascal) of bar
• hectoPascal (hPa) is de eenheid die gebruikt wordt door meteorologen.
• 1000 hPa = 1000 mbar = 1,0 bar (zeeniveau)

Luchtdruk

Barometer

• Laat de plaatselijke luchtdruk zien
  
• Gemiddelde druk op zeeniveau 1013 hPa
  
• kan gemeten worden tussen tussen de 970 en 1050 hPa

Luchtdruk

Werking Barometer

• in metalen doosje (wit op plaatje) is een erg lage luchtdruk
  

• doosje wordt door luchtdruk ingedrukt
  
• hoe verder ingedrukt, hoe hoger de luchtdruk in de buitenlucht

Hoge en lage druk

Lees aandachtig de alinea 'Hoge en lage druk' op blz. 99

Hoge en lage druk

Hoge en lage druk

L = lagedrukgebied waar de

druk lager is dan de gebieden

eromheen.

Er is bewolkt weer met neerslag

Hoge en lage druk

H = hogedrukgebied waar de

druk hoger is dan de gebieden

eromheen.

Er is onbewolkt weer met zon

Hoge en lage druk

Isobaren zijn lijnen waar de 

luchtdruk gelijk is.

Hoe dichter de isobaren

bij elkaar hoe harder het

waait.

Wind

Lees aandachtig de alinea 'Wind' op blz. 100

Wind

Wind

Wind

Wind is lucht die beweegt.

Dat komt door luchtdrukverschillen.

Hoge en lage drukgebied.

Wind

Schaal van Beaufort geeft de 

windsterkte of windkracht aan

- windkracht 0.

- windkracht 12.

Windrichting.

In Nederland vaak wind vanuit het zuidwesten.

Wind

Lucht stroomt van een hogedrukgebied (overdruk) 

naar een lagedrukgebied (onderdruk)

Wind

Lucht stroomt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied

Welke weerelementen worden er op het weerbericht altijd genoemd?

1. temperatuur, wind, neerslag en bewolkingsgraad
2. mooi weer, neerslag, sneeuw, bewolkingsraad
3. temperatuur, zonkracht, neerslag, bewolkingsgraad
4. uv-staling, temperatuur, neerslag, bewolkingsgraad.

Bij grote verschillen in luchtdruk gaat het?

1. Regenen
2. Hard waaien
3. Wordt het windstil
4. Gaat de zon schijnen

Hoe kan het dat hoger in de atmosfeer een lagere luchtdruk is?

1. hoe hoger, des te meer luchtdeeltjes
2. hoe hoger, des te minder luchtdeeltjes
3. er is geen verschil in luchtdruk

Wat is de eenheid van windsterkte?

1. Celsius
2. Beaufort
3. Buys Ballot
4. Barometer

Pak je agenda!

Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

• Lezen §6.2 uit je boek
  

• Maak alle opgaven, behalve de ✱ - route

Aan de slag!

• Lezen §6.2 uit je boek
  

• Maak alle opgaven,                                   behalve de ✱ - route

Zs

Aan de slag!

• Lezen §6.2 uit je boek
  

• Maak alle opgaven,                         behalve de ✱ - route

Zf

Wat weet je al???

Lijnen met een gelijke luchtdruk
heten:

1. Isobaren
2. Isothermen
3. Isotopen
4. Isostaren

Bij een hoge druk gebied hebben we:

1. Nat en koud weer
2. Stabiel en droog weer
3. Stabiel en nat weer
4. Nat en warm weer

Lucht (wind) stroomt van:

1. Warm en droog
2. Lage druk naar hoge druk
3. Koud en nat weer
4. Hoge druk naar lage druk

Je kunt ...

• wat luchtdruk is
  
• hoe je luchtdruk meet
  
• hoe wind ontstaat door verschil in luchtdruk
  
• welke invloed luchtdruk heeft op het weer

Ja, dat kan ik!

😒🙁😐🙂😃