Stijlfiguren en beeldspraak

Vandaag

Toetsstof

Herhalen stijlfiguren

Bespreking opdracht 8-10

Bespreken beeldspraak

Analyse en opdrachten bij gedicht 'Tijd'

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Vandaag

Toetsstof

Herhalen stijlfiguren

Bespreking opdracht 8-10

Bespreken beeldspraak

Analyse en opdrachten bij gedicht 'Tijd'

Slide 1 - Slide

TTT Poëzie

Toetsstof: theorie poëzieanalyse syllabus en de poëziereader

Wanneer: maandag 11 juni

Wat: toepassing van de technische begrippen die we geoefend hebben (wat voor soort rijm?rijmschema? welk metrum in reg.x? in welke regel vind je een enjambement? geef twee voorbeelden van alliteratie? welke stijlfiguur? welke beeldspraak? ) en een interpretatie geven van een gedicht (waarover gaat het?)

Slide 2 - Slide

Deze wijk heeft te maken met probleemjongeren.
A
understatement
B
eufemisme
C
hyperbool
D
litotes

Slide 3 - Quiz

De directeur van Unicef heeft een leuk salarisje.
A
understatement
B
eufemisme
C
hyperbool
D
litotes

Slide 4 - Quiz

Deze leerling is niet achterlijk.
A
ironie
B
litotes
C
hyperbool
D
understatement

Slide 5 - Quiz

Hij werd kwaad, woedend, nee, witheet toen hij dat zag.
A
anticlimax
B
climax
C
enumeratio
D
repetitio

Slide 6 - Quiz

Mijn lief, ik heb u lief.
A
inversie
B
antithese
C
repetitio
D
prolepsis

Slide 7 - Quiz

'Het ziet er weer schitterend uit', zei de trainer toen we in de plenzende regen liepen.
A
sarcasme
B
litotes
C
ironie
D
hyperbool

Slide 8 - Quiz

Spreken is zilver, zwijgen is goud
A
repetitio
B
inversie
C
chiasme
D
parallellisme

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Stijlfiguur 'De mus'?

Slide 11 - Slide

HET LIED DER DWAZE BIJEN

Een geur van hooger honing
verbitterde de bloemen,
een geur van hooger honing
verdreef ons uit de woning.


Die geur en een zacht zoemen
in het azuur bevrozen,
die geur en een zacht zoemen,
een steeds herhaald niet-noemen,


ried ons, ach roekeloozen,
de tuinen op te geven,
riep ons, ach roekeloozen

naar raadselige rozen.


etc.

  1. Dit gedicht barst van de parallellie. Welke
    parallellie vind je in elke strofe, behalve in de derde?


2.

Welke enumeratio zien we in strofe 3?


3.

Welke stijlfiguur zie je in regel 1 en 2?









Slide 12 - Slide

Beeldspraak

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Soorten beeldspraak

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Droom

Vasalis

Tijd

Opdrachten

Slide 28 - Slide

HUISWERK
Bestuderen alle toetsstof. Maken opdracht 11 en eindopdracht uit de reader poëzie

Slide 29 - Slide