This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Onderdeel van een robotarm in een productiebedrijf is een mechanische claw. Het toeleveringsrisico van dit onderdeel is hoog, de invloed ervan op de winst van de organisatie is laag. Hoe wordt een dergelijk product genoemd?
A
Hefboom producten
B
Strategische producten
C
Routine producten
D
Knelpunt producten
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Een inkoper onderhandelt scherp met accountmanagers over de prijzen en spreidt de aankopen over verschillende leveranciers. Van welke strategie maakt de inkoper gebruik?
A
Oogststrategie
Oogststrategie
B
Evenwichtstrategie
C
Diversificatiestrategie
D
Geen van bovenstaande
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Gemeenschappelijke normen en waarden is een omgevingsfactor op basis van:
A
culturele invloeden
B
economische invloeden
C
sociale invloeden
Slide 22 - Quiz
Bij welke individuele factor hoort onderstaande definitie? Definitie: de manier waarop je informatie verwerkt zodat deze betekenis krijgt voor je.
A
motivatie
B
attitude
C
perceptie
Slide 23 - Quiz
Wat is customer rating?
A
Het indelen van klanten in klantcategorieën.
B
Het terugdringen van klantverval.
C
De korting die klanten ontvangen voor hun bijdrage aan de omzet van jouw onderneming
Slide 24 - Quiz
In welke fase van de relatielevenscyclus onderzoeken jij en de klant hoe betrouwbaar je bent op het gebied van prijs, kwaliteit en leveringsbetrouwbaarheid?
A
Acquisitiefase
B
Aftastfase
C
Groeifase
D
Neergangsfase
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
Op welk begrip heeft onderstaande definitie betrekking? Definitie: Een mogelijke klant uit de doelgroep waarbij het vermoeden bestaat dat deze tot aanschaf zal overgaan.