Lenzen - les 3

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

§6.3 construeren bij lenzen

Lesplanning:

1. Opstart: camera obscura
2. Afronden practicum de vergroting 
3. Uitleg vergroting 
   
4. Maken opgave 34 en 36
5. Opdracht scherp zien (constructiestralen).
6. Uitleg scherp zien.
   
7. Maken opgave 43 en 44

HW starten portfolio leerdoel 3

Volgende les check opgave leerdoel 2

Opgave ... - de lens groter maken

Opgave ... - de vergroting

N=​v​​b​​

N=​L​v​​​​L​b​​​​

Practicum 

       de 

vergroting

Practicum de vergroting - verwerking

Klaar:

• opgave 30, 31, 32, 34 en 36 

De vergroting N

N=​L​v​​​​L​b​​​​

N=​v​​b​​

Brandpunt - F

Aan de slag

Maken en nakijken

opgave 30, 31, 34 en 36

Leerdoel 3 

oogafwijkingen

Je kan uitleggen wat de oogafwijkingen oudziend, verziend en bijziend inhouden. En je kan uitleggen welke hulplenzen er bij de verschillende oogafwijkingen nodig zijn.

Werkblad scherp zien

Als je klaar bent ga je verder met opgave 42, 46, 46 en 49.

Verziend

Bijziend

Is de persoon die deze bril nodig heeft verziend of bijziend?

1. verziend
2. bijziend

oudziend

§6.4 opgave 42, 45, 46 en 49

Vergeet niet de opgaven na te kijken.

Als je klaar bent kan je verder gaan met onderdeel 2 of 3 van je portfolio.

Portfolio opdracht 3

Je gaat in tweetallen de werking van de bril van een bekende (familielid, vriend, kennis) onderzoeken. De informatie verwerk je in een digitale poster. De poster bevat in ieder geval de volgende onderdelen:

• Eigenschappen van de bril (lenssterkte, brandpuntsafstand).
• Foto door de brillenglazen (uitleg positieve of negatieve glazen).
• Functie van de bril.

Deadline: over twee weken.

Huiswerk

voorbereiden check opgave §6.3 

constructiestralen en vergroting

Er staan  oefenopgaven in classroom.

Welke lens is positief?

1. Lens A
2. Lens B
3. Lens A en B

Het beeld is 3x vergroot. Hoe groot is de beeldafstand?

1. 30 cm
2. 60 cm
3. 90 cm
4. 120 cm

De lens is ...

1. Positief
2. Negatief

De lens is ...

1. Positief
2. Negatief

De lens is ...

1. Positief
2. Negatief

De lens is ...

1. Positief
2. Negatief

De lens is...

1. Positief
2. Negatief

Hoe gaan de lichtstralen verder?

Hoe gaat lichtstraal a verder?

Teken mee in je schrift.

Constructiestralen