This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Interbellum les 1: Rusland & Revolutie
Slide 1 - Slide
Vandaag:
Introductie periode 2
Start interbellum: Rusland
Slide 2 - Slide
Periode 2: Interbellum
Rusland -> Sovjet-Unie
USA -> De Grote Depressie
Europa -> Opkomst totalitaire staten
Slide 3 - Slide
Periode: het interbellum
Tijd tussen (inter) de wereldoorlogen (bellum)
Kenmerken:
Opkomst totalitaire staten
Wereldwijde economische crisis
Slide 4 - Slide
Totalitaire staat
Interbellum: Opkomst van totalitaire staten
In een totalitaire staat heeft de overheid alle macht over het leven van de burgers
De drie belangrijkste:
Sovjet-Unie (extreem-links)
Italië (extreem-rechts)
Duitsland (extreem-rechts)
... maar in het interbellum waren er in Europa nog veel meer totalitaire staten
Slide 5 - Slide
Bij welk bondgenootschap hoorde Rusland in 1914?
A
Centralen
B
Geallieerden
C
As landen
D
NAVO
Slide 6 - Quiz
Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1918
Slide 7 - Quiz
Wie was er aan de macht voor de Russische Revolutie?
A
Lenin
B
Tsaar Nicolas II
C
Raspoetin
D
De Voorlopige Regering
Slide 8 - Quiz
Waarom in Rusland?
Tsaristisch Rusland erg autocratisch:
Tsaar aan het hoofd, Bojaren (Adel) machtig, Kerk hield orde in stand
Boeren en burgers genadeloos onderdrukt Lijfeigenschap (tot 1861), daarna nog steeds niet vrij
Opkomst industrie bleef (ver) achter bij West-Europa
(Zeer) conservatief, weinig wil tot veranderen
Slide 9 - Slide
Waarom in Rusland?
Al vanaf midden 19e eeuw komen tegenbewegingen en verzet op:
Anarchisten
Narodniki
Socialisten en socialisten-revolutionairen
Veel politiek geweld; moordaanslagen, opstanden en onrust
Uiteindelijk wel enige hervormingen:
Doema (parlement), Koelakken (vrije boeren)
Slide 10 - Slide
Waarom in Rusland?
Tsaar Nicolaas II had alle macht
Grootste deel van de bevolking arm (boeren, arbeiders)
WO I verliep heel slecht voor Rusland, grote nederlagen
Winter 1916-1917: hongersnood => stakingen en demonstraties => tsaar doet afstand van de troon -> Februarirevolutie
Slide 11 - Slide
Voorlopige regering en Sovjets
Macht komt in handen van een groep gematigde communisten => de Voorlopige Regering (Mensjewieken).
oprichting van raden (sovjets) voor het besturen van fabrieken, wijken, dorpen etc.
Voorlopige Regering heeft moeite zaken op orde te krijgen: Fanatieke communisten (Bolsjewieken) plegen in november 1917 een staatsgreep en nemen de macht over: Oktoberrevolutie.
Slide 12 - Slide
Nieuwe leider: Lenin
Slide 13 - Slide
Wie kwamen na de Russische Revolutie van 1917 in Rusland aan de macht?
A
kapitalisten
B
communisten
C
fascisten
D
nationaalsocialisten
Slide 14 - Quiz
Wie was in Rusland de leider van de communisten tijdens de Russische Revolutie?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Lenin
D
Stalin
Slide 15 - Quiz
Welke bewering over de Russische revolutie is NIET waar?
A
Voor de revolutie was de Tsaar aan de macht
B
Door de revolutie kwam Lenin aan de macht
C
Voor de revolutie was iedereen gelijk
D
Lenin maakte Rusland communistisch
Slide 16 - Quiz
Gevolgen
Alle bedrijven in de Sovjet-Unie worden overgenomen door de staat.
Edelen en rijken vluchten het land uit.
Vrede van Brest-Litovsk: groot gebied verloren.
Tot 1922 burgeroorlog: Oorlogscommunisme Roden winnen
De Sovjet-Unie wordt een totalitaire staat
Slide 17 - Slide
Vragen?
Slide 18 - Slide
Domein:
Maak de volgende vragen uit het werkboek hoofdstuk 4: