grammatica zinsdelen tot en met wg herhaalles

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

lesdoelen

• Je weet hoe je de verschillende zinsdelen kunt vinden              pv, in zinsdelen, ow en wg,
• Je kunt de zinsdelen juist benoemen.
• Je weet wat je nog moet oefenen

Vaste volgorde

1. Zoek de persoonsvorm

2. Verdeel de zin in zinsdelen

3. Bepaal het onderwerp van de zin

4. Zoek het werkwoordelijk gezegde

Verdeel de volgende zin in zinsdelen:

In de herfst wordt deze boom door een tuinman gesnoeid.

Is de onderstaande zin goed in zinsdelen verdeeld?

In tegenstelling/ tot mijn broer/ wil /ik wel /naar de film. 

1. ja
2. nee

IIs de onderstaande zin goed in zinsdelen verdeeld?

Na afloop van het optreden/ wilde /de zangeres /geen toegift meer/geven.

1. ja
2. nee

Welke vraag stel je om het onderwerp van de zin te vinden?

Wat is het onderwerp van de zin?

Door de trainer werden de spelers flink opgejaagd.

Wat is het onderwerp van de zin?

Wanneer gaf Danielle hem het huiswerk door? 

Wat is het wg in de volgende zin?

Gisteren waren mijn vrienden in het park  aan het voetballen.

1. waren
2. waren voetballen
3. waren aan het voetballen
4. waren in het park voetballen

Wat is het wg in de volgende zin?

Gisteren waren mijn vrienden in het park  aan het voetballen.

1. waren
2. waren voetballen
3. waren aan het voetballen
4. waren in het park voetballen

Wat is het onderwerp in de volgende zin?

Heb jij dat echt gezegd tegen de docent?

1. dat
2. jij
3. de docent
4. tegen de docent

Noteer het werkwoordelijk gezegde van de volgende zin.

Ik zou dat liever niet aan hem hebben willen vertellen.

Ga naar Studyflow: werk aan  W1 (als je die nog niet afgemaakt hebt.

Klaar werk aan G1.2 

Hoe vond je de opdrachten gaan?

😒🙁😐🙂😃

Noem een onderdeel waarover je nog extra uitleg wilt.