1BKT1 18.1 Het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde

Welkom

Ontleden


Werkwoordelijk gezegde
Nederlands

Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop, lesboek+schrift
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom

Ontleden


Werkwoordelijk gezegde
Nederlands

Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop, lesboek+schrift

Slide 1 - Slide

Programma woensdag 18 januari
  • Lezen en #boekpraat
  • Terugkoppeling vorige les 
  • Quiz werkwoordelijk gezegde
  • Zelfstandig werken 
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

#Boekpraat
Genre?
Welk genre is je boek? 
Wat spreekt je hierin aan?
Nederlands

Waar speelt het verhaal zich af?

Slide 4 - Slide


Zinsontleden stap voor stap

  1. persoonsvorm
  2. streepjes tussen de zinsdelen
  3. onderwerp
  4. gezegde

Grammatica - zinsdelen

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 1 bkt
Ik weet: 

  • wat het onderwerp is;
  • hoe je het onderwerp vindt;
  • wat het werkwoordelijk gezegde is;

Slide 6 - Slide


Werkwoordelijk gezegde

  • zegt wat het onderwerp doet
  • bestaat uit alle werkwoorden in de zin

TH:
  • bevat alle onderdelen van een scheidbaar werkwoord
  • aan het & te horen ook bij het WG (als ze voor het werkwoord staan)

Grammatica - zindelen

Slide 7 - Slide


Werkwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Mijn vader en moeder willen nog deze zomer verhuizen.

1. PV = 
2. Strepen zetten
3. OW = 
4. WG = 

timer
2:00

Slide 8 - Slide


Werkwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Mijn vader en moeder | willen | nog deze zomer | verhuizen.

1. PV = willen
2. Strepen zetten
3. OW = Mijn vader en moeder 
4. WG = willen verhuizen

Slide 9 - Slide


Werkwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Terrence was de hele zomer aan het voetballen.

1. PV = 
2. Strepen zetten
3. OW = 
4. WG = 

timer
2:00

Slide 10 - Slide


Werkwoordelijk gezegde








Grammatica - zinsdelen
Terrence | was | de hele zomer | aan het voetballen.

1. PV = was
2. Strepen zetten
3. OW = Terrence
4. WG = was aan het voetballen

Slide 11 - Slide

Wat zijn de werkwoordelijke gezegdes in deze zin:
De baby viel eindelijk in slaap toen ze de hele middag had gehuild.

Slide 12 - Open question

Grammatica - zinsdelen
QUIZ 

Slide 13 - Slide

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Hans en Marije gaan voor de tweede keer dit jaar op vakantie.
A
gaan
B
gaan op vakantie
C
op vakantie

Slide 14 - Quiz

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Hebben de varkens alles opgegeten?
A
hebben
B
hebben opgegeten
C
de varkens

Slide 15 - Quiz

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Mira en Sil zijn een muurtje aan het metselen.
A
zijn
B
zijn metselen
C
zijn aan het metselen

Slide 16 - Quiz

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Morgen ga ik echt mijn huiswerk maken.
A
ga
B
ga maken
C
ga huiswerk maken

Slide 17 - Quiz

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Morgen bel ik mijn moeder op.
A
bel
B
bel op
C
ik

Slide 18 - Quiz

Zoek het werkwoordelijk gezegde

Welke idioot heeft dat plan verzonnen?
A
Welke idioot
B
heeft
C
heeft verzonnen

Slide 19 - Quiz

Zelfstandig werken

Je werkt in cursus 5 grammatica en gaat verder met je opdrachten:
BK :                                                                                                              KGT: 
$4 onderwerp in de zin / blz. 204                                                 blz. 204
$6 mixopdrachten                                     $6 werkw. gezegde blz. 208
                                                                            $9 mixopdrachten


timer
25:00

Slide 20 - Slide