BG 16 Aanwijzend voornaamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• ISK
• vmbo k
• Leerjaar 1

Aanwijzend voornaamwoord

Na de les:

• Weet je wat een aanwijzend voornaamwoord is
  

• Ken je voorbeelden van een aanwijzend voornaamwoord
• Weet je wanneer je een aanwijzend voornaamwoord moet gebruiken

Het aanwijzend voornaamwoord

Wijst iets of iemand aan

Kan in plaats van het  lidwoord staan

Staat voor het zelfstandig naamwoord

de leerling -> die leerling, deze leerling

Die leerling is goed in gymnastiek.

 

Bij een het-woord gebruik je altijd dat of dit.

Bij een de-woord gebruik je altijd die of deze.

Aanwijzend voornaamwoord

Die computer

Deze tafel

Dat boekje

Dit kopje

Uitleg

Bij een het-woord gebruik je altijd dit of dat.

Bij een de-woord gebruik je altijd deze of die.

voorbeelden

de jongen -    deze / die jongen

de avond -     deze / die avond

het meisje -    dit / dat meisje

het huis -        dit / dat huis

Dichtbij of verder weg:

dichtbij 

                                    deze (bij een de-woord) of 

                                    dit (bij een het-woord).

    

verder weg 

                                    die (bij een de-woord) of 

                                    dat (bij een het-woord)..

Een aanwijzend voornaamwoord wijst naar:

1. Dingen
2. Mensen
3. Dingen of mensen

Wat is een aanwijzend voornaamwoord?

1. die, dit
2. jouw, mijn
3. ik, jij

Goed of fout?
Het woord "waarom" is een aanwijzend voornaamwoord

1. goed
2. fout

Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord

1. Dat
2. Daar
3. Dit
4. Deze

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Zie je die jongen daar?

1. Zie
2. je
3. die
4. daar

Waar is het aanwijzende voornaamwoord goed?

1. die potlood
2. deze huis
3. dit pen
4. die tafel

Aanwijzend voornaamwoord
We hebben ... fiets gewassen.

1. dit
2. die
3. dat

Waar staat een aanwijzend voornaamwoord?

1. Mijn boek is modern
2. Welke jongen is absent?
3. Mag ik naar huis?
4. Die docent is grappig.

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
.... broek is mooi.

1. Deze
2. Dit

Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin:

Van wie is die jas?

1. van
2. jas
3. die
4. is

Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin:

Deze broek is te groot.

1. broek
2. te
3. groot
4. deze

Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de volgende zin:
In deze klas zitten slimme leerlingen.

1. In
2. deze
3. klas
4. zitten

Heb jij die nieuwe docent al gezien?
Wat is het aanwijzend voornaamwoord?

1. heb
2. jij
3. die
4. al

Deze, die, dat en dit zijn aanwijzende voornaamwoorden.

1. Waar
2. Niet waar

Als iets verder weg is, welke aanwijzende voornaamwoorden gebruik ik dan?

Als iets dichtbij is, welke aanwijzende voornaamwoorden gebruik ik dan?

Welk aanwijzende voornaamwoorden ken jij?

Maak zelf een zin met een aanwijzend voornaamwoord.

Maak zelf een zin met een aanwijzend voornaamwoord dat iets dichtbij aangeeft.

Maak zelf een zin met een aanwijzend voornaamwoord dat iets veraf aangeeft.

Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden in deze zin?
Ik weet dat dit boek in deze kast staat.

Aanwijzend voornaamwoord

• weet je wat een aanwijzend voornaamwoord is?
  

• ken je voorbeelden van een aanwijzend voornaamwoord?
• weet je wanneer je een aanwijzend voornaamwoord moet gebruiken?