Voorbeelden:
– Van dit mooie weer worden (kww) we vanzelf [vrolijk].
– Van dit mooie weer zijn (hww) we vanzelf [vrolijk] geworden (kww).
– Van dit mooie weer zullen (hww) we vanzelf [vrolijk] geworden (kww) zijn (hww).
Het woordje vrolijk staat tussen vierkante haakjes. Hoe noemen we dit?