Klas 2 - Spelling - Engelse leenwoorden

WELKOM

Bij Nederlands
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

WELKOM

Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

10 min.
lezen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG

  • Uitleg kww, hww, zww
  • Opdrachten kww, hww, zww maken
  • Uitleg leenwoorden
  • Maken opdrachten leenwoorden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je leren vandaag? 

  • Het verschil tussen koppelwerkwoorden, hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden 
  • Het aanwijzen van kww, hww en zww in een zin




(Zie grammatica, blz. 62)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Koppel- en hulpwerkwoorden
  • Een naamwoordelijk gezegde bevat altijd een koppelwerkwoord (kww) (zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen) 

  •  Als er nog meer werkwoorden in de zin staan, zijn dat allemaal hulpwerkwoorden (hww)

  • Het koppelwerkwoord staat dan vaak achterin de zin! 

LET OP: 
Naamwoordelijk gezegde in de zin?  --> koppelwerkwoord
Werkwoordelijk gezegde in de zin? --> zelfstandig werkwoord 
Meer dan één werkwoord? --> persoonsvorm is altijd een hulpwerkwoord


Slide 5 - Slide

Let op betekenissen:
lijken: niet in lijken op
schijnen: niet als in de zon schijnt
heten: niet als in ik heet Caro, maar als het heet hier leuk te zijn (soort schijnen)
dunken en voorkomen: zie heten

Snap je het?
Is het onderstreepte woord een kww, zww of hww? (2 min.) 
1. Van dit mooie weer worden we vanzelf vrolijk.
2. Van dit mooie weer zijn we vanzelf vrolijk geworden. 
3. Het mooie weer laat mensen lachen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vorige les:
Is het onderstreepte woord een kww, zww of hww? 
1. Van dit mooie weer worden we vanzelf vrolijk. KWW (naamwoordelijk gezegde)
2. Van dit mooie weer zijn we vanzelf vrolijk geworden. HWW (persoonsvorm)
3. Het mooie weer laat mensen lachen. ZWW (werkwoordelijk gezegde, geen kww) 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Maken: 

Koppel- en hulpwerkwoorden (blz. 62)
Opdracht 1, 2, 4


Deze gaan we zo meteen nakijken!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Spelling: leenwoorden (blz. 66)
Lezen: groene blokje
Maken: opdracht 1, 2, 3 
(LET OP: DEZE WOORDEN KOMEN OP DE TOETS!) 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Schrijf alle leenwoorden op.  

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Lezen/maken:

Spelling: leenwoorden (blz. 66)
Opdracht 1, 2, 3

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd vandaag? 

  • Het verschil tussen koppelwerkwoorden, hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden 
  • Het aanwijzen van kww, hww en zww in een zin

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd vandaag? 

  • Wat leenwoorden zijn 
  • De spelling van leenwoorden 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions