Herhaling lesstof periode 4 - 4 vwo

Herhaling lesstof periode 4 -
 4 vwo
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling lesstof periode 4 -
 4 vwo

Slide 1 - Slide

Programma 
- Lesstof TW 4 
- Leerdoelen + herhaling lesstof met quizvragen 
- Tijd om zelfstandig te leren 

Slide 2 - Slide

PTA

Slide 3 - Slide

Marketingplan (blz. 184-187)
  • Je kunt de vier marketinginstrumenten uit de marketingmix noemen.
  • Je kunt uitleggen dat ondernemingen zich kunnen onderscheiden van de concurrentie door uit te blinken in één van de drie waardestrategieën van Treacy en Wiersema.
  • Je kunt de klantwaardepropositie van een onderneming opstellen.
  • Je kunt het verschil tussen reclame en direct marketing uitleggen.
  • Je kunt de voor- en nadelen van sponsoring door een organisatie analyseren.
  • Je kunt voorbeelden van verdienmodellen noemen.
  • Je kunt de prijsstrategieën afroompolitiek en penetratiepolitiek uitleggen.
  • Je kunt het verschil tussen directe en indirecte distributie uitleggen.
  • Je kunt binnen het promotiebeleid voorbeelden geven van een push-strategie en pull-strategie.

Slide 4 - Slide

Volgens Treacy Wiersema kunnen ondernemingen zich onderscheiden van concurrentie door zich te onderscheiden in waardestrategieën. Bij welke waarde strategie worden bedrijfsprocessen zoveel mogelijk geautomatiseerd?
A
Product Leadership
B
Customer intimacy
C
Operational excellence

Slide 5 - Quiz

Noem de 4 P's van de marketingmix.

Slide 6 - Open question

Tot welk marketinginstrument behoort "de verpakking"
A
Product
B
Plaats
C
Prijs
D
Promotie

Slide 7 - Quiz

Noem het verschil tussen reclame en direct marketing

Slide 8 - Open question

Welk verdienmodel past Spotify toe?
A
Verkoop tegen betaling
B
" Uurtje factuurtje"
C
Abonnement
D
Advertentiemodel

Slide 9 - Quiz

Voor een nieuw product wordt eerst een hoge prijs gevraagd.
Welke prijsstrategie is dit?
A
Penetratiepolitiek
B
Afroompolitiek
C
Psychologische prijzen
D
Kortingen

Slide 10 - Quiz

Een snoepfabrikant introduceert een nieuw product en levert het aan de groothandel met korting op de normale prijs.

Welke strategie wordt hier toegepast?
A
Pull-strategie
B
Push-strategie

Slide 11 - Quiz

Rechtsvormen blz. 210-215
  • Je kunt het verschil tussen een natuurlijk persoon en een rechtspersoon uitleggen.
  • Je kunt het onderscheid tussen een organisatie met een commerciële doelstelling en een organisatie met een niet-commerciële doelstelling uitleggen.
  • Je kunt de belangrijkste kenmerken van de rechtsvormen eenmanszaak, vennootschap onder firma, besloten vennootschap, naamloze vennootschap, stichting en vereniging noemen (eigendom en leiding, aansprakelijkheid, oprichtingsverplichtingen, belasting en continuïteit).
  • Je kunt de keuze voor een bepaalde rechtsvorm uitleggen.
  • Je kunt de belangrijkste bevoegdheden van de organen binnen een organisatie noemen: directie, (raad van) bestuur, raad van commissarissen, raad van toezicht, algemene ledenvergadering en algemene vergadering van aandeelhouders.
  • Je kunt voor de btw-aangifte van een onderneming de te betalen btw en de te vorderen btw berekenen.
  • Je kunt de begrippen surseance van betaling en faillissement uitleggen.
  • Je kunt de gevolgen van een surseance van betaling en faillissement voor belanghebbenden (bijv. werknemers, leveranciers, schuldeisers) uitleggen.

Slide 12 - Slide

Noem het verschil tussen een natuurlijk persoon en een rechtspersoon

Slide 13 - Open question

Natuurlijk persoon
Rechtspersoon
Stichting
VOF
NV
BV
Vereniging
EZ

Slide 14 - Drag question

Bij een bv zijn de aandelen vrij verhandelbaar en kunnen worden verhandeld op de beurs
A
Waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Beginbalans (blz. 29-33 kopie/5v)
  • Je kunt de drie onderdelen van een ondernemingsplan noemen.
  • Je kunt verschillende manieren noemen om de investeringen van een onderneming te financieren.
  • Je kent de verschillende vormen van vaste activa, vlottende activa en liquide middelen.
  • Je kent de verschillende vormen van eigen vermogen, lang vreemd vermogen en kort vreemd vermogen.
  • Je kunt voor een bepaalde periode de 'te vorderen btw' en 'te betalen btw' berekenen.
  • Je kunt de beginbalans van een onderneming in de juiste liquiditeitsvolgorde opstellen.
  • Je kunt de verschillende vormen van leverancierskrediet en afnemerskrediet (verstrekt en ontvangen) herkennen.

Slide 16 - Slide

Alle bezittingen van de onderneming staan aan de ... zijde van de balans
A
Activa
B
Passiva

Slide 17 - Quiz

Leg in eigen woorden wat crediteuren zijn.

Slide 18 - Open question

Hoe staan de posten debiteuren en crediteuren op de balans?
A
Inclusief btw
B
Exclusief btw

Slide 19 - Quiz

Vooruitontvangen bedragen staan op de balans onder de balanspost ....
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Kort vreemd vermogen
D
Lang vreemd vermogen

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Inkopen en verkopen (blz. 46-51 kopie / 5v)
  • Je kunt het verschil tussen opbrengsten en ontvangsten uitleggen.
  • Je kunt de verkoopprijs inclusief btw berekenen als de verkoopprijs exclusief btw gegeven is (en omgekeerd).
  • Je kunt de waarde van de contante verkopen en verkopen op rekening berekenen.
  • Je kunt de waarde van de contante inkopen en inkopen op rekening berekenen.
  • Je kunt het verband tussen eindvoorraad, beginvoorraad, inkopen en inkoopwaarde van de omzet uitleggen.
  • Je kunt de verandering van de waarde van de voorraad berekenen.

Slide 22 - Slide

Door omzet stijgt het eigen vermogen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

In het eerste kwartaal bedragen de verkopen €100.000 excl. 21 % btw voor Poen bv.
De verkopen vinden voor 45 % contant plaats. Het overige deel wordt verkocht op rekening waarbij gemiddeld één maand krediet wordt verstrekt.

Bereken de verwachte ontvangsten uit contante verkoop voor het eerste kwartaal.

Slide 24 - Open question

Maak de formule compleet:

Eindvoorraad = ... + ... - ...

Slide 25 - Open question

aan de slag
De tijd die nog over is mag je besteden om te leren voor BE of om bijvoorbeeld een samenvatting te schrijven. 

Je mag je iPad en boek gebruiken. 
Geen mobiel!

Slide 26 - Slide

Huiswerk 
Voorbereiden toetsweek:
Begin met leren marketingplan en rechtsvormen

Slide 27 - Slide