This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Herhaling lesstof periode 4 -
4 vwo
Slide 1 - Slide
Volgens Treacy Wiersema kunnen ondernemingen zich onderscheiden van concurrentie door zich te onderscheiden in waardestrategieën. Bij welke waarde strategie worden bedrijfsprocessen zoveel mogelijk geautomatiseerd?
A
Product Leadership
B
Customer intimacy
C
Operational excellence
Slide 2 - Quiz
Noem de 4 P's van de marketingmix.
Slide 3 - Open question
Tot welk marketinginstrument behoort "de verpakking"
A
Product
B
Plaats
C
Prijs
D
Promotie
Slide 4 - Quiz
Noem het verschil tussen reclame en direct marketing
Slide 5 - Open question
Sponsoring is een speciaal geval van .....
A
Reclame
B
Direct Marketing
Slide 6 - Quiz
Welk verdienmodel past Spotify toe?
A
Verkoop tegen betaling
B
" Uurtje factuurtje"
C
Abonnement
D
Advertentiemodel
Slide 7 - Quiz
Voor een nieuw product wordt eerst een hoge prijs gevraagd. Welke prijsstrategie is dit?
A
Penetratiepolitiek
B
Afroompolitiek
C
Psychologische prijzen
D
Kortingen
Slide 8 - Quiz
Een snoepfabrikant introduceert een nieuw product en levert het aan de groothandel met korting op de normale prijs.
Welke strategie wordt hier toegepast?
A
Pull-strategie
B
Push-strategie
Slide 9 - Quiz
Beginbalans
Je kunt de drie onderdelen van een ondernemingsplan noemen.
Je kunt verschillende manieren noemen om de investeringen van een onderneming te financieren.
Je kent de verschillende vormen van vaste activa, vlottende activa en liquide middelen.
Je kent de verschillende vormen van eigen vermogen, lang vreemd vermogen en kort vreemd vermogen.
Je kunt voor een bepaalde periode de 'te vorderen btw' en 'te betalen btw' berekenen.
Je kunt de beginbalans van een onderneming in de juiste liquiditeitsvolgorde opstellen.
Je kunt de verschillende vormen van leverancierskrediet en afnemerskrediet (verstrekt en ontvangen) herkennen.
Slide 10 - Slide
Alle bezittingen van de onderneming staan aan de ... zijde van de balans
A
Activa/debet
B
Passiva/credit
Slide 11 - Quiz
Vaste activa
Vlottende activa
liquide activa
Inventaris
Voorraad
machine
te vorderen btw
Kas
Slide 12 - Drag question
Leg in eigen woorden wat crediteuren zijn.
Slide 13 - Open question
Hoe staan de posten debiteuren en crediteuren op de balans?
A
Inclusief btw
B
Exclusief btw
Slide 14 - Quiz
Hoe staan de posten inventaris en pand op de balans?
A
Inclusief btw
B
Exclusief btw
Slide 15 - Quiz
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Hypotheek
crediteuren
Rekening courant krediet
te betalen btw
Vooruitontvangen bedragen
Onderhandse lening
Slide 16 - Drag question
Vooruitontvangen bedragen staan op de balans onder de balanspost ....
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Kort vreemd vermogen
D
Lang vreemd vermogen
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Inkopen en verkopen (blz. 46-51 kopie / 5v)
Je kunt het verschil tussen opbrengsten en ontvangsten uitleggen.
Je kunt de verkoopprijs inclusief btw berekenen als de verkoopprijs exclusief btw gegeven is (en omgekeerd).
Je kunt de waarde van de contante verkopen en verkopen op rekening berekenen.
Je kunt de waarde van de contante inkopen en inkopen op rekening berekenen.
Je kunt het verband tussen eindvoorraad, beginvoorraad, inkopen en inkoopwaarde van de omzet uitleggen.
Je kunt de verandering van de waarde van de voorraad berekenen.
Slide 19 - Slide
Door omzet stijgt het eigen vermogen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Ontvangsten en uitgaven
A
Inclusief btw
B
exclusief btw
Slide 21 - Quiz
opbrengsten en kosten
A
Inclusief btw
B
exclusief btw
Slide 22 - Quiz
Het saldo van ontvangen en uitgaven is gelijk aan de verandering van .......... op de balans
A
Het eigen vermogen
B
De liquide middelen
Slide 23 - Quiz
In de eerste maand bedragen de verkopen €100.000 excl. 21 % btw voor Poen bv. De verkopen vinden voor 45 % contant plaats. Het overige deel wordt verkocht op rekening waarbij gemiddeld één maand krediet wordt verstrekt.
Bereken de verwachte ontvangsten uit contante verkoop voor de eerste maand.
Slide 24 - Open question
Maak de formule compleet:
Eindvoorraad = ... + ... - ...
Slide 25 - Open question
aan de slag
De tijd die nog over is mag je besteden om te leren voor BE of om bijvoorbeeld een samenvatting te schrijven.