Ga rustig zitten en pak je boek, schrift en laptop erbij
Als je klaar bent schrijf je 3 dingen op in je schrift die je nog weet van de vorige les.
Kan jij nog herinneren wat we de vorige les hebben behandeld?
timer
1:30
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom!
Doe je jas uit en tas van tafel
Ga rustig zitten en pak je boek, schrift en laptop erbij
Als je klaar bent schrijf je 3 dingen op in je schrift die je nog weet van de vorige les.
Kan jij nog herinneren wat we de vorige les hebben behandeld?
timer
1:30
Slide 1 - Slide
Allemaal anders
Slide 2 - Slide
Programma
Herhaling (3 min)
Nakijken (5/10 min)
Lesdoelen (1 min)
Uitleg basisstof (15 min)
Opdrachten/controle (15 min) spullen
Nabespreken (10 min)
Slide 3 - Slide
Nodig voor fotosynthese
Wordt geproduceerd bij fotosynthese
Licht
Water
glucose
Zuurstof
Koolstofdioxide
Slide 4 - Drag question
Opdracht 4 bs 4
Slide 5 - Slide
Allemaal anders
Slide 6 - Slide
leerdoelen
Je kunt minimaal 2 soorten aanpassingen bij planten beschrijven
Je kunt minimaal 2 soorten aanpassingen bij dieren beschrijven
Slide 7 - Slide
Overleven
Wat heb je nodig om te kunnen overleven? (4 V's)
Voedsel
Verdediging tegen/aanpassing aan omgeving
Ontkomen aan vijanden/voortbewegen
Voortplanten
Slide 8 - Slide
Allemaal anders
Alle organismen hebben aanpassingen aan hun leefwijze en leefomgeving
hierdoor
Slide 9 - Slide
Wat is de functie van de wortels van een plant.
A
Groeien
B
Water opnemen
C
Voedingsstoffen opnemen
D
Zuurstof opnemen
Slide 10 - Quiz
Allemaal anders
Leefomgeving
Planten op het land moeten zich beschermen tegen uitdroging
Slide 11 - Slide
Allemaal anders
Leefomgeving
Planten in het water hebben weinig stevige delen
Ze groeien in bovenste deel van het water, omdat ze licht nodig hebben
Slide 12 - Slide
Aanpassing bij planten
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Welke aanpassing heeft een bramenplant?
A
stekels
B
brandharen
C
gifstof
D
gifstekel
Slide 15 - Quiz
Planten verdedigen zich
Planten hebben aanpassingen om zich te verdedigen
Stekels
Brandharen
Cafeïne (verlamt insecten)
Slide 16 - Slide
Allemaal anders
Leefomgeving
Dieren die in het water leven zijn hierop aangepast.
Ze zijn allemaal gestroomlijnd.
Gestroomlijnd: Kop, middenstuk en staart zitten vast aan elkaar
Slide 17 - Slide
Allemaal anders
Voeden
Alle dieren hebben aanpassingen aan hun voedsel
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
de snavels
een snavel voor zaden/nootjes
een snavel voor insecten
een snavel voor vlees
een snavel voor bodemdieren
een snavel voor waterbeestjes
zoals je ziet is er veel aangepast aan de snavel
Slide 20 - Slide
Er zijn verschillende manieren waarop dieren warmte kwijt raken.
Welke aanpassing heeft de olifant om af te koelen?
A
Luchtstroom
B
Zomervacht
C
Grote oren
D
Dikke vetlaag
Slide 21 - Quiz
Allemaal anders
Verdedigen
Ook dieren verdedigen zich, bijvoorbeeld door:
- stekels
- schutkleuren
- gif
- pantser
- gevaarlijk lijken
Slide 22 - Slide
Camouflage van een dier is een aanpassing aan de leefomgeving
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Allemaal anders
Voortbewegen
De manier van lopen is een aanpassing aan de ondergrond waarop het dier leeft
B5
Slide 24 - Slide
Allemaal anders
Voortbewegen
Zoolgangers: lopen op hele voetzool
Teengangers: lopen op hun tenen
Topgangers: lopen op toppen van hun tenen (ook wel hoefgangers)
Slide 25 - Slide
Allemaal anders
Begrippen:
aanpassingen
aanpassingen bij planten - uitdroging
aanpassingen bij dieren -
gestroomlijnd/verschillende snavels/verschil in lopen
Slide 26 - Slide
To do:
Wat? Maak de opdrachten 1, 2, 3, 6, 7 en 8 blz 48
Vraag? Vraag het eerst fluisterend aan je buurman. Komen jullie er samen niet uit, vraag de docent.
Klaar? Steek dan je hand op
Slide 27 - Slide
Afsluiting
Leerdoelen:
Je kunt voorbeelden geven van aanpassingen die organismen doen om te leven.
Aanpassingen voor: leefomgeving, voeden, voortbewegen en verdedigen
Maken opdracht: 1 t/m 8
Slide 28 - Slide
Hiernaast zie je een poolvos. Wat is GEEN aanpassing aan de omgeving van de poolvos?
Bio leerdoel 42
A
kleur vacht valt niet op in de omgeving
B
hij kan heel erg goed sluipen
C
zachte vacht zorgt voor warmte
D
kleine oren daardoor minder verlies van warmte
Slide 29 - Quiz
Een plant kan zich aanpassen aan de omgeving. Als een plant in de schaduw staat, dan maakt hij zijn stengel zo lang mogelijk. Op die manier probeert de plant uit de schaduw te komen. Welke twee levenskenmerken zijn daarbij betrokken?
A
Groeien en voortplanten.
B
waarnemen en voortplanten
C
Voortplanten en waarnemen.
D
Waarnemen en
groeien.
Slide 30 - Quiz
Planten en dieren hebben aanpassingen die helpen te overleven in hun omstandigheden.
Kies de bewering die NIET klopt.
A
Een cactus heeft een dikke stengel om vocht op te slaan
B
Een kat heeft lange nagels om mee te kunnen klimmen
C
Een boom heeft diepe wortels om stevig te staan
D
Een mens heeft grote hoektanden om vlees te verscheuren
Slide 31 - Quiz
Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel
Slide 32 - Quiz
Huiswerk
maken opdracht: 1 t/m 8
Kijk je huiswerk na en oefen de flitskaarten en maak Test Jezelf.