Sociale problematiek. Les 2: Eenzaamheid en sociale uitsluiting

1 / 25
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Sociale problematiek 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen sociale problematiek
> Je creëert een veilig klimaat voor mantelzorgers en naastbetrokkenen
> Je kunt de kwaliteiten en ervaringsdeskundigheid van de naastbetrokkenen inschatten, beoordelen en op de juiste manier inzetten
> Je begeleidt de zorgvrager bij het uitbreiden van zijn sociale netwerk
> Je signaleert problemen tussen naastbetrokkenen en de zorgvrager en je ondersteunt in het oplossen van deze problemen
> Je kunt overbelasting van mantelzorgers en naastbetrokkenen op tijd signaleren en hierop een passende actie ondernemen
> Je kunt in het belang van de cliënten samenwerken met vrijwilligers en mantelzorgers.
> Je kunt een cliënt stimuleren en begeleiden bij het uitvoeren van de regie en sociale vaardigheden

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

1. Kan ik uitleggen wat eenzaamheid inhoudt, hoe het ontstaat en wat de gevolgen zijn.
2. Heb ik zicht op methoden om cliënten te begeleiden in het vergroten van hun sociale netwerk.

Slide 4 - Slide

Lesprogramma
- Terugblik vorige les
- Eenzaamheid en sociale uitsluiting
- Individuele opdrachten

Slide 5 - Slide

Terugblik vorige les
  • Inhoud
  • Leermiddelen
  • Toetsing

Slide 6 - Slide

Kenmerken sociale problematiek
1. Maatschappelijk probleem.
           Arbeid > inkomen , werkeloosheid > armoede
2. Betreft groepen mensen.
3. Gevolg van achterstelling, sociale ongelijkheid. (SES)
           Beperkte taalbeheersing > opleiding/werk > integratie
4. Complex. 
          Oplossing ligt niet op individueel-, maar op maatschappelijk/politiek                   niveau. 

Slide 7 - Slide

Kenmerken sociale problematiek
5. Risico op multi-problematiek
          Werkeloosheid > armoede > schulden > sociaal isolement 
6. Generatie op generatie. 

Communicatie: Thema 18 Sociaal-Maatschappelijke problematiek

Slide 8 - Slide

Huiswerk vorige les
Lees: Theorie, BOOM: Communicatie, thema 18 Sociale problematiek

Optioneel: kijk de docu (30 minuten) over Niels, een jongere met een Wajong uitkering. In hoeverre is hier sprake van sociale problematiek? Leg uit a.d.h.v. de theorie, opdracht staat in Teams.
https://www.2doc.nl/documentaires/series/makers-van-morgen/2020/niels.html

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat zie je in het filmpje terug m.b.t. eenzaamheid en sociale uitsluiting?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Eenzaamheid en sociale uitsluiting
Boek: Communicatie, thema 18.4 en 18.5


Lezen 

timer
15:00

Slide 13 - Slide

Casus
Sophie heeft een grote vriendenkring met wie ze regelmatig afspreekt. Ze werkt bij de AH en gaat 3x per week naar de sportschool. Ze woont thuis met haar twee moeders en broers Thomas en Azdine.

Zou Sophie eenzaam kunnen zijn?

Slide 14 - Slide

Eenzaamheid
Eenzaamheid betekent dat je een hechte, emotionele band met anderen mist. Je voelt je niet verbonden met anderen of hebt minder contact met anderen dan dat je zou willen

Twee componenten:

1.  Emotionele eenzaamheid betekent dat iemand een hechte, intieme band mist met een of meerdere personen.
2. Sociale eenzaamheid betekent dat je minder contact hebt met anderen dan dat je zou willen. Je mist bijvoorbeeld contact met vrienden, kennissen of collega’s. In dat geval is er dus een sociale behoefte waarin niet wordt voorzien.

Slide 15 - Slide

Sociale uitsluiting
Vier dimensies:

1. Onvoldoende sociale participatie: cliënten nemen niet deel aan activiteiten die binnen de maatschappij mogelijk zijn. Er is een gebrek aan betekenisvolle sociale contacten.

2. Materiële deprivatie: als de cliënt zijn financiële situatie vergelijkt met de geldende maatschappelijke standaard, ervaart hij financiële tekorten. Door geldgebrek kunnen activiteiten niet worden uitgevoerd en is er geen geld voor essentiële zaken, zoals nieuwe kleding, of deelnemen aan een sport.

3. Onvoldoende toegang tot sociale grondrechten: de cliënt leeft in een onveilige en onprettige buurt waar weinig te beleven valt. Er is veel overlast. Ook is er vaak onvoldoende toegang tot zorg en instanties.

4. Onvoldoende normatieve integratie: de cliënt leeft niet de algemene waarden en normen na die in de samenleving heersen. Denk aan spijbelen (jongeren), diefstal, vernielingen, fysiek geweld.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Gevolgen
> Fysiek
> Psychisch
> Sociaal

Signalen....en nu?

Slide 18 - Slide

In gesprek over eenzaamheid
> Zie hand-out


Slide 19 - Slide

Opdracht
> Zoek een duo-partner.
> Voer 'een gesprek van waarde', maak gebruik van de handout, één iemand is begeleider, de ander is cliënt.
> Je hoeft niet een cliënt te verzinnen, voer het gesprek vanuit jezelf.
> Wissel van perspectief (cliënt/begeleider).
> Voer opnieuw 'een gesprek van waarde', maak gebruik van de handout.

We bespreken de ervaring met de gesprekken klassikaal na. 

Slide 20 - Slide

Ervaringen...wat ging goed?

Slide 21 - Mind map

Wat doe je de volgende keer anders?

Slide 22 - Mind map

Opdracht
Maak in BOOM, boek Communicatie Thema 18
opdracht 3, 4, 9 en 10

Slide 23 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

1. Kan ik uitleggen wat eenzaamheid inhoudt, hoe het ontstaat en wat de gevolgen zijn.
2. Heb ik zicht op methoden om cliënten te begeleiden in het vergroten van hun sociale netwerk.

Slide 24 - Slide

Huiswerk 
Lees: BOOM: Communicatie, thema 18 Sociale problematiek, theorie.
Maak: BOOM: Communicatie, thema 18 Sociale problematiek opdracht 3, 4, 9 en 10.

Volgende les:
Laaggeletterdheid en klasse ongelijkheid

Slide 25 - Slide