This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Oefentoets Grieken en Romeinen
Slide 1 - Slide
Wie mochten meebeslissen in de democratie van Athene?
A
Mannelijke slaven
B
Vrouwen met burgerrecht
C
Vreemdelingen
D
Atheense mannen met burgerrecht
Slide 2 - Quiz
Wat is een poleis?
A
een sterke Griekse leider
B
een bestuursvorm
C
het grieks woord voor stadsstaten
D
een filosoof/wetenschapper
Slide 3 - Quiz
Over wie gaat de volgende tekst? ‘Zijn militaire veroveringen brachten hem veel roem, maar toen hij veel macht in handen kreeg en dictator werd, zag een aantal Romeinen hem als een bedreiging voor de republiek. Ze besloten hem te vermoorden.’
Slide 4 - Open question
Noem twee voorbeelden van romanisering die je ziet in het stripverhaal? (klik op de afbeelding om hem te vergroten)
Slide 5 - Open question
Welke begrip hoort bij deze afbeelding uit Rome?
A
Keizerrijk
B
Republiek
C
Monarchie
D
Anarchie
Slide 6 - Quiz
Sleep het juiste begrip naar de juiste omschrijving
Griekse stad met het gebied eromheen, die als een zelfstandig landje werd bestuurd.
Verhaal over goden en verzonnen wezens.
Volgeling van Jezus Christus. Christenen geloven, net als joden en moslims, in één god.
Volk dat ten noorden van de Rijn, de grens van het Romeinse Rijk, woonde
Polis
Germanen
Mythen
Christenen
Slide 7 - Drag question
Wanneer zou Rome zijn ontstaan?
A
753 v. Chr
B
509 .v Chr.
C
117 n. Chr
D
500. n. Chr
Slide 8 - Quiz
Wie bouwden deze bouwwerken?
A
Grieken
B
Romeinen
C
Germanen
D
Cartagers
Slide 9 - Quiz
D
Je ziet een afbeelding van Jezus die aan het prediken is. Dit schilderij is gemaakt omstreeks 1890)
Hoe betrouwbaar is dit schilderij? Leg je antwoord uit. Doe het zo:
Dit schilderij is wel/niet betrouwbaar, omdat ... (argument).
Slide 10 - Open question
Wat wordt er bedoeld met de Pax Romana?
A
Romeinse verdediging
B
Romeins burgersrecht
C
Ikea kledingkast
D
Romeinse vrede
Slide 11 - Quiz
Welke bestuursvorm hoort bij de afbeelding?
A
Monarchie
B
Dictatuur
C
Tirannie
D
Aristocratie
Slide 12 - Quiz
Welk begrip hoort er bij de afbeelding?
A
Romanisering
B
Limes
C
Pax Romana
D
Burgerrecht
Slide 13 - Quiz
Historische vaardigheid: Welke periode naam hoort er bij de tijd van 500. v Chr- 500. n. Chr?
Slide 14 - Open question
Indeling van de Tijd: Welk tijdvak hoort er bij de periode van 500 tot 1000 na Chr?
A
Tijd van Grieken en Romeinen
B
Tijd van Monniken en Ridders
C
Tijd van Steden en Staten
D
Tijd van Regenten en Vorsten
Slide 15 - Quiz
Indeling van de Tijd: Welk tijdvak hoort er bij de periode van 1600-1700
A
Ontdekkers en Hervormers
B
Tijd van Monniken en Ridders
C
Tijd van Steden en Staten
D
Tijd van Regenten en Vorsten
Slide 16 - Quiz
Historische vaardigheid: Onder welke eeuw valt het jaar 655 v. Chr?