Iets waarvan zeker is dat het gebeurd is of dat het waar is.
Slide 4 - Slide
Feit/mening/argument
Noem een feit
Noem een mening
Noem een argument
Slide 5 - Slide
EEN MENING
Wat je vindt
Je gedachten over iets
Slide 6 - Slide
Feit/mening/argument
Noem een feit
Noem een mening
Noem een argument
Slide 7 - Slide
EEN ARGUMENT
Een bewijs
Waarom je het doet of vindt
Slide 8 - Slide
Een argument is een reden waarom jij iets vindt
Slide 9 - Slide
Een argument is een reden waarom jij iets vindt
en om een ander te OVERTUIGEN
Slide 10 - Slide
Feitelijk en Waarderend argument
Wat zou het verschil zijn?
Slide 11 - Slide
Feitelijk en Waarderend argument
De smartphone is onmisbaar, want heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
Slide 12 - Slide
Feitelijk en Waarderend argument
Objectief Subjectief
Slide 13 - Slide
Controleren of wat we hebben geleerd
Slide 14 - Slide
Controleren of wat we hebben geleerd
Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij vreemde ideeën heeft.
Slide 15 - Slide
Controleren of wat we hebben geleerd
Staat hier een feit, mening of argument?
Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
Slide 16 - Slide
Controleren of wat we hebben geleerd
Feit, mening of argument?
Beau heeft een mooie bril.
Slide 17 - Slide
Controleren of wat we hebben geleerd
Feit, mening of argument?
Door zelf te koken, kun je geld besparen in vergelijking met regelmatig uit eten gaan of afhaalmaaltijden bestellen. Dit kan vooral voordelig zijn voor mensen met een beperkt budget.
Slide 18 - Slide
Controleren of wat we hebben geleerd
Maar....
Mijn oma rookt haar hele leven en is 102 jaar geworden. Roken is gezond.
Slide 19 - Slide
Controleren of wat we hebben geleerd
Drogreden
Mijn oma rookt haar hele leven en is 102 jaar geworden. Roken is gezond.
Slide 20 - Slide
Controleren of wat we hebben geleerd
Teksten
argumenten -> informerende en betogende teksten informerende tekst -> schrijver objectief betogende tekst -> schrijver subjectief