herhalen leesvaardigheid 1,2,3

Welkom!
Ga lekker zitten.

Pak je boek.

Lekker lezen!
timer
15:00
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga lekker zitten.

Pak je boek.

Lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...hoofd- en bijzaken in een tekst benoemen;

...de hoofdgedachte uit een tekst halen;

...signaalwoorden herkennen
...tekstverbanden herkennen

Slide 2 - Slide

Bijzaken zijn ...
A
de minder belangrijke zinnen in een tekst
B
de belangrijkste zinnen van een alinea
C
de conclusies van een tekst
D
het onderwerp van de tekst

Slide 3 - Quiz

Bijzaken kunnen zijn ...
A
voorbeeld
B
belangrijkste informatie
C
herhaling
D
uitleg

Slide 4 - Quiz

Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
de belangrijkste zin van een alinea
B
het onderwerp van de tekst
C
een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
D
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin

Slide 5 - Quiz

Kernzin? Bijzaken?
Lidl roept in Nederland een hennepthee terug omdat die een te hoog gehalte bevat van het actieve bestanddeel van wiet. "De consumptie van deze thee kan ongewenste gevolgen voor de gezondheid hebben, zoals stemmingswisselingen en vermoeidheid", meldt de supermarkteten woensdag op zijn site.

Slide 6 - Slide

Tekstdoel en tekstsoort
zoek het juiste doel bij de tekst

Slide 7 - Slide


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 8 - Quiz

Tekstdoel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 9 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 10 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 11 - Quiz

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 12 - Quiz

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
waarschuwen

Slide 13 - Quiz



Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 14 - Quiz


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Adviseren

Slide 15 - Quiz

Signaalwoorden
en het tekstverband

Slide 16 - Slide

Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: OPSOMMING
A
nog
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals

Slide 17 - Quiz

Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar

Slide 18 - Quiz

Tekstverband: Opsomming
A
Bovendien
B
Als
C
Niet
D
Daartegenover

Slide 19 - Quiz

Kies het goede antwoord.

Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben

Slide 20 - Quiz

Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor

Slide 21 - Quiz

Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor

Slide 22 - Quiz

Het signaalwoord "ook" hoort bij tekstverband:
A
chronologisch
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 23 - Quiz

Welk tekstverband zie je op de afbeelding?

Slide 24 - Open question

Welke signaalwoorden horen er bij (het tekstverband)een opsomming?

Slide 25 - Open question

Welke tekstverbanden ken je nog?

Slide 26 - Open question

ga je een voldoende halen op de toets?

Slide 27 - Mind map