§ 5.3 Grammaire I: regelmatige ww -re.

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

les yeux

la tête

le nez

le genou

le bras

le pied

les doigts de pied

la jambe

le dos

Doel:

- Je kunt de regelmatige werkwoorden die eindigen op re gebruiken.

De regelmatige werkwoorden op re.

Présent - tegenwoordige tijd.

Stap 1: knip de -re af van het hele werkwoord.

Voorbeeld: rendre --> rend

Je hebt nu de stam gevonden!

Stap 2: voeg de uitgangen aan de stam toe.

Voorbeeld:

je rends

tu rends

il/elle/on rend

nous rendons

vous rendez

ils/elles rendent

j'............ le bus. (attendre)
Ik wacht op de bus.

1. attend
2. attendons
3. attends
4. attendez

Nous .......................(descendre)
wij stappen uit

1. descendons
2. descendre
3. descendez
4. descons

Passé composé

Stap 1: Knip de re van het werkwoord en voeg een u toe.

Voorbeeld: rendre --> rendu.

Je hebt nu het voltooid deelwoord gemaakt!

Stap 2: voeg de werkwoorden avoir of être toe.

Voorbeeld: Tu as rendu

Jij hebt teruggegeven.

welk werkwoord dat eindigt op -re wordt vervoegd met être?

1. attendre
2. descendre

Rendre in de passé composé:

J'ai rendu

Tu as rendu

Il/elle/on a rendu

Nous avons rendu

Vous avez rendu

Ils/elles ont rendu

Tu ................................ ?
(entendre, passé composé)

1. entends
2. as entendu
3. a entendu

Ils ...........................
(entendre, passé composé)

1. sont entendrus
2. sont entendus
3. ont entendu
4. avons entendu

Zelfstandig werken:

Maken § 5.3: ex 8A t/m 8D

Leren apprendre 1 t/m 3

je

tu

il/elle/on

nous

vous

ils / elles

réponds

répondons

répond

réponds

répondez

répondent