§ 5.3 Grammaire I: regelmatige ww -re.

Bonjour
Vandaag heb je nodig:
- boek
- schrift
- iPad (= dicht)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bonjour
Vandaag heb je nodig:
- boek
- schrift
- iPad (= dicht)

Slide 1 - Slide

les yeux
la tête
le nez
le genou
le bras
le pied
les doigts de pied
la jambe
le dos

Slide 2 - Drag question

Doel:
- Je kunt de regelmatige werkwoorden die eindigen op re gebruiken.

Slide 3 - Slide

Les:

- Uitleg: regelmatige werkwoorden: re.
- Herhalen: -er & ir.
- Zelfstandig werken.



Huiswerk:

- Maken § 5.3: ex 8A t/m 8C, 8D of 8E & 8F.
- Leren apprendre 1 t/m 3
- SO U5: 26 april. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De regelmatige werkwoorden op re.
Présent - tegenwoordige tijd.

Stap 1: knip de -re af van het hele werkwoord.
Voorbeeld: rendre --> rend
Je hebt nu de stam gevonden!

Slide 6 - Slide

Stap 2: voeg de uitgangen aan de stam toe.

Voorbeeld:

je rends
tu rends
il/elle/on rend
nous rendons
vous rendez
ils/elles rendent

Slide 7 - Slide

j'............ le bus. (attendre)
Ik wacht op de bus.
A
attend
B
attendons
C
attends
D
attendez

Slide 8 - Quiz

Nous .......................(descendre)
wij stappen uit
A
descendons
B
descendre
C
descendez
D
descons

Slide 9 - Quiz

Passé composé
Voltooide tijd

Stap 1: Knip de re van het werkwoord en voeg een u toe.
Voorbeeld: rendre --> rendu.
Je hebt nu het voltooid deelwoord gemaakt!

Slide 10 - Slide

Stap 2: voeg de werkwoorden avoir of être toe.
Voorbeeld: Tu as rendu
Jij hebt teruggegeven.

Slide 11 - Slide

welk werkwoord dat eindigt op -re wordt vervoegd met être?
A
attendre
B
descendre

Slide 12 - Quiz

Rendre in de passé composé:
J'ai rendu
Tu as rendu
Il/elle/on a rendu

Nous avons rendu
Vous avez rendu
Ils/elles ont rendu

Slide 13 - Slide

Tu ................................ ?
(entendre, passé composé)
A
entends
B
as entendu
C
a entendu

Slide 14 - Quiz

Ils ...........................
(entendre, passé composé)
A
sont entendrus
B
sont entendus
C
ont entendu
D
avons entendu

Slide 15 - Quiz

Finir = eindigen
Chanter = zingen

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken:
Maken § 5.3: ex 8A t/m 8C, 8D of 8E, 8F.
Leren apprendre 1 t/m 3

Slide 17 - Slide

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils / elles
réponds
répondons
répond
réponds
répondez
répondent

Slide 18 - Drag question