H6, les 6
Economie
Hoofdstuk 6
Blz. 80
timer
3:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
Economie
Hoofdstuk 6
Blz. 80
timer
3:00
Slide 1 - Slide
Inhoud van de les
- Theorie vraag- en aanbodlijnen bij verschillende goederen
- Opdracht 6.16 en 6.18
- Bespreken opdrachten
- Opdracht 6.19 en 6.20
Doel:
Je kan het verschil tussen primaire en luxe goederen benoemen.
Je kan het marktevenwicht bepalen.
Slide 2 - Slide
Voorbeeld
Qv = -200p + 1000
Qa = 400p - 500
- A = Maximale betalingsbereidheid
- B = Maximaal gevraagde hoeveelheid --> ceteris paribus*
- C = Minimale leveringsbereidheid
- D = Marktevenwicht
- E = Evenwichtsprijs
- F = Evenwichtshoeveelheid
Extra uitleg: https://www.youtube.com/watch?v=0sQOktGapu8
*De overige omstandigheden gelijk blijvend.
Slide 3 - Slide
Consumeren en behoeften
Consumeren: is het kopen van goederen en diensten door gezinshuishoudingen om in de behoefte van de verbruiker te voorzien.
Investeren: is het kopen door bedrijven van goederen en diensten die nodig zijn voor de productie.
Slide 4 - Slide
Primaire en luxe goederen
Primaire goederen:
Zijn goederen die noodzakelijk zijn om te leven.
Luxe (secundaire) goederen:
Zijn niet noodzakelijk om te kunnen leven.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Primaire en luxe goederen
De vraag reageert anders op prijsveranderingen bij primaire goederen in vergelijking met luxe goederen.
- Bij primaire goederen reageert de vraag weinig op prijsveranderingen.
Voorbeeld: kraanwater wordt veel goedkoper, je gaat dan niet ineens liters meer kopen.
- Bij luxe goederen reageert de vraag sterk op prijsveranderingen.
Voorbeeld: bij Black Friday zie je een grote vraagverandering bij een (kleine) prijsdaling.
Slide 7 - Slide
Vraaglijnen bij primaire en luxe goederen
Voorbeeld van een vraaglijn Voorbeeld van een vraaglijn bij een primair goed: bij een luxe goed:
Slide 8 - Slide
Opdrachten
Maak opdracht 6.16 en 6.18 op blz. 80 en 81.
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Tijd? Jullie krijgen 20 minuten
Klaar? Maak opdracht 6.17, 6.19 en 6.20 op blz. 81 en 82.
Slide 9 - Slide
Opdrachten
Maak opdracht 6.19 en 6.20 op blz. 81 en 82.
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Tijd? Jullie krijgen 20 minuten
Klaar? Maak opdracht 6.21 op blz. 82.
Slide 10 - Slide
Opdrachten
Maak opdracht 6.21 op 82.
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Tijd? Jullie krijgen 20 minuten
Klaar? Maak opdracht 6.22 op blz. 82.
