4H H2.3 en 2.4 H Histogrammen en Polygonen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Klok 1

Inleiding

Histogram en polygoon

• Je kunt verklaren waar de grafiek vandaan komt
• Je weet wat het oppervlak is en de reden dat je bij vergelijken met percentages werkt
• Je weet welke rol afkappen speelt versus afronden
• Je kent de mogelijke klasse notaties

Ik zie graag twee histogrammen....

1ste lesblok

Turven... alle pakketjes van 5 even groot, met zelfde spatie..

Een heuveltje van frequenties...

Van gekantelde frequentietabel naar...

Histogram!

Vergelijken is nu goed mogelijk!  Toch? of......niet? Kijk nog eens naar de tabellen....Wat valt je op?

2de lesblok

Welk verschil springt onmiddelijk in het oog?

1ste lesblok

1950: 210 mannen (n=210), 1970: 260 mannen (n=210)

De totale lengte van alle staafjes verschilt 50 mannen!

Gegevens relativeren: 1970: l=180cm , frequentie=23,

nu als percentage t.o.v. het aantal mannen:

=  8,8%.  

​260​​23​​⋅100procent

De oppervlakte van alle staafjes is 100%

                        %

1950: 210 mannen (n=210)

1970: 260 mannen (n=210)

De totale lengte van alle staafjes verschilt 50 mannen....

Daarom:

relatieve frequenties hanteren!

1970: l=180cm , frequentie=23,

Notities histogrammen

 staafdiagram versus histogram

• Een staafdiagram maak je bij een discrete verdeling. 
• Dit gaat bijna altijd om kwalitatieve data (nominaal of ordinaal). 
• Een histogram maak je bij een continue verdeling. Dit gaat altijd om kwantitatieve data (interval of ratio).

Resultaten cijfers in een klas

Cumulatieve weergave

Plot punten a.d.  rechterzijde

Inkomens klassen

Volgende les

Bekijken we de Phi coefficienet en de max Vcp....

Wat leerde je

Lesdoelen: herhaald

Huiswerk

samen doorlopen